Geschiedenis van Lakerveld (19)

KRONIEK
2004-2

‘BLAUWE ENVELOPPEN EN STEMBILJETTEN’

Peter de Pater

Dit keer een wat moeilijker verhaal dan de lezers van ons blad van mij gewend zijn. Het gaat over belastingen en stemrecht. Dit lijken twee verschillende onderwerpen; maar in het midden van de 19e eeuw waren deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden. We beginnen met de belastingen. In 2004 zijn de belastinggegevens van alle Lakervelders geheim. Maar in de 19e eeuw lag dit toch even anders. De belastingaanslag werd niet vastgesteld door het belastingkantoor te Gorinchem. Nee; burgemeester en wethouders van Lexmond deden dit. Na deze vaststelling werden de bevindingen van het college van B. en W. opgestuurd naar het belastingkantoor te Vianen. Alle bestuurders waren natuurlijk goudeerlijk, maar het was toch een gevaarlijk terrein, als een wethouder zijn eigen belastingaanslag mee mocht bepalen.

Deze lijst aldus vastgesteld 28 februari 1881. Burgemeester en Wethouders van Lexmond

Belastingen werden natuurlijk per jaar geheven. Het voert uiteraard te ver om alles te vermelden. Maar: de belastingaanslagen van alle Lexmonders en Lakervelders in 1853, zijn mij bekend. Van andere jaren beschik ik over delen. Al deze gegevens bevatten genoeg informatie voor een interessant verhaal. We beginnen in 1853: de gemeente Lexmond had toen 414 belastingplichtigen. En zij kregen te maken met het volgende:

 

Drie soorten direkte belastingen:

  1. GRONDBELASTING
  2. PERSONELE BELASTING.
  3. PATENT BELASTING.A De grondbelasting (G.B.) werd geheven naar de waarde van de grond die men bezat. (Polderlasten zegt de Lakervelder in 2004.)
    B De personele belasting (P.B.) werd geheven naar de waarde van het huis en de inboedel. (O.Z.B. zullen we maar zeggen in 2004.)
    C De patent belasting (PA.B.) werd geheven naar het beroep of bedrijf dat men uitoefende.
    Zeer merkwaardige belasting: Beroep? Boer; wordt dus zoveel bijdrage aan de fiscus. Dat de ene boer de andere niet is, lijkt me bekend. (Geldt trouwens ook voor alle andere beroepen.)

Net als iedere andere inwoner van dit land, besef ik dat er een overmaat aan regels bestaat; helaas het was in de 19e eeuw alzo. Als je de 3 voorgaande belastingen goed bekijkt, kon er een probleem zijn. Stel je voor: je woonde in Ameide, had een stukje grond in Lexmond, en je werkte in Meerkerk. Dan werd je dus 3 keer vermeld. Hier komen de voorbeelden uit 1853:

  • Pieter van Es; woonachtig te Ameide werd in Lexmond aangeslagen voor grondbelasting voor ¦ 1,59. Voor personele en patentbelasting werd hij aangeslagen in ‘Termei’.
  • Hendrik Glinderman; woonachtig te Vianen had grond in Lexmond en werd daarvoor aangeslagen voor ¦ 14,20. Bovendien schijnt hij in Lexmond gewerkt te hebben. Want voor de patentbelasting werd hij aangeslagen voor ¦ 4,32. Zijn personele belasting werd dus in de ‘Reigerstad’ Vianen vermeld.

En zo hielden we de klerk aan ‘t werk. (Geen typmachines, laat staan computers; gewoon met de kroontjespen, die wel eens een foutje maakte, er op los.)

Voorblad belastingaangifte 1853

Wat waren er trouwens enorme tegenstellingen: Ambachtsheer Mr. Pieter Theodorus van den Bergh en consorten te Amsterdam werden in Lexmond aangeslagen voor Grondbelasting voor ¦ 409,34. Let op!! Alleen grondbelasting; zijn Amsterdamse personele belasting en zijn patentbelasting zullen er ook niet om gelogen hebben. Wat te denken van de volgende Lexmondse arbeiders. (Arbeider bleek zo’n minderwaardig beroep te zijn; dat hij geen Patentbelasting hoefde te betalen. Grond had zo’n arbeider waarschijnlijk ook niet, dus werd hij alleen belast met personele belasting over zijn schamele huisvesting.)

Hierbij drie voorbeelden:

  • Martinus Boeff f 0,90 personele belasting
  • Jan Verhoef f 0,90 personele belasting
  • Aantje Wilschut f 0,86 personele belasting

Over het interieur van zo’n arbeiderswoning kunnen wij ons nauwelijks een beeld vormen. Wat dat betreft staat het huisje van “de Aaigies” op Lakerveld 236 op mijn netvlies gebrand. En daarbij moeten we bedenken dat in zo’n huisje ook nog eens een heel gezin kon ‘wonen’ en ‘leven’.

Belasting en stemmen

In het begin van dit verhaal heb ik verteld dat belasting betalen en stemrecht alles met elkaar te maken hadden; hier komt het verband tussen belasting en stemrecht in 1881. Een “uitnodiging” voor het stemmen van elke inwoner van 18 jaar en ouder bestond niet.

De kiezer moest aan drie eisen voldoen:

  1. In ieder geval van het mannelijke geslacht zijn. Vrouwen mochten pas in 1917 gaan stemmen.
  2. In ieder geval 23 jaar oud zijn.
  3. In ieder geval een bepaald bedrag aan belasting (census-kiesrecht noemde men dat)

Het derde punt is veruit het interessantste. Dit systeem van een bepaald bedrag aan belasting betalen, was in 1848 bedacht door de liberaal Thorbecke. Voor 1848 mochten mensen trouwens helemaal niet stemmen. Nou had Thorbecke met zijn ‘belastingkiesrecht’ wel een probleem geschapen: de ene streek was nu eenmaal rijker dan de andere, dus voor het arme Winschoten gold een grens van ¦ 20,- en voor een rijke stad als Den Haag een grens van ¦ 112,-. In de praktijk betekende dit dat 11 % van alle mannen boven de 23 jaar mochten gaan stemmen. Toch klaagden de rijken (conservatieven), dat op deze manier ook ‘het gepeupel’ mocht gaan stemmen. Onze regio werd ook al niet erg hoog ingeschat, want de lat lag voor Lakerveld op f 32,-.

Nu had dit vooral te maken met het feit dat de meeste inwoners van ons gebied boeren en arbeiders waren. Het beroep boer (Patentbelasting ¦ 2,81) werd in 1881 in ieder geval zeer laag gekwalificeerd. En arbeiders hadden, zoals eerder gemeld, helemaal geen last van Patentbelasting. De boeren die mochten stemmen, hadden dit aan de waarde van hun grond en woning te danken.

Aangezien ik verhalen schrijf met een Lakerveldse achtergrond, komen hier een aantal streekgenoten uit 1881, die de fiscus van enig geld voorzagen. De één wat meerder dan de ander. De grond-belasting is niet meer terug te vinden. Hoeveel boerenbedrijven zijn door de vererving en familieruzies naar de knoppen gegaan?

“As ‘t om geld ging en gaat, gebeurden en gebeuren deur rare dingen beste minsen”. ‘Toevallige’ huwelijken tot de ‘deegrol’- doodslag in 1845 als dieptepunt. Familiehuwelijken over en weer. Degene die als stamboomonderzoeker de Lakerveldse families gaat onderzoeken wens ik veel succes, met het ontrafelen van een zeer verward geheel.

Tot zover deze persoonlijke gedachten, we gaan verder met de belastingen. De personele belasting is herkenbaar in het Lakerveldse landschap. Deze belasting had dus te maken met de waarde van het huis, de gebouwen en de inboedel die men bezat. Een aantal van de boerderijen die in 1881 werden belast bestaan nog steeds, en van andere zijn de sporen nog aanwezig.

In de Lek en Huibert Kroniek van mei 2002 heb ik vermeld dat zo rond 1860 de families DE JONG, U(Y)ITTENBOGAARD en VERHOEF(F) de grote boeren van Lakerveld waren. In 1881 waren veel van hun eigendommen gesplitst en vererfd, al zullen we ze in het vervolg van dit verhaal toch opnieuw tegenkomen. Nieuwe mensen verschenen als grote boeren op het Lakerveldse toneel. Ik bedoel hiermee de volgende namen: KORTLEVER, BASSA, WINK en VAN IPEREN.

Hier volgt in het kort een ‘prachtig stuk’ Lakerveldse geschiedenis. En tevens een stuk om op te reageren*. Ik heb slechts een poging gewaagd om een aantal Lakerveldse boerderijen en boeren uit 1881 te achterhalen. Bij de volgende opsomming heb ik de naam, geboortedatum, de Grondbelasting (G.B.), de Personele belasting (P.B.) en de Patentbelasting (PA.B) vermeld. Voor alle duidelijkheid heb ik daarna de huidige bewoner en het adres genoemd, plus wat persoonlijke opmerkingen. Zoals ik eerder in dit verhaal heb geschreven waren de Lakervelders, die mochten stemmen, voor het grootste gedeelte boeren met een Patentbelasting van ¦ 2,81. De arbeiders en boerendaggelders stonden aan de zijlijn. Dat het ontluikende socialisme in die tijd een rijke voedingsbodem had, lijkt me niet meer dan logisch. De legendarische Lexmondse communist Gerrit de Vaal, bijgenaamd ‘Gart van Oppies’ is natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. Helaas bleek de kerk anno 1880 ook meer ogen voor onderlinge meningsverschillen, dan voor de zorg voor de arme medemens te hebben. Met alle negatieve gevolgen van dien. Hier komen de Lakerveldse stemmers uit 1881. Om niet in herhaling te vervallen zijn op één uitzondering na alleen die foto’s van boerderijen bijgevoegd, die niet eerder zijn gepubliceerd.

Naam Voornaam Geb. datum G.B.   P.B. PA.B.
1 Van Bezooijen Dirk 16-04-1839 25,8 16,4 2,81
Niet meer bestaande boerderij. Verdwenen door de verbetering van de A27. Bekendste bewoner: Nicolaas Bronkhorst.
2 Scherpenzeel Willem 13-03-1826 43,4 30,1 2,81
Lakerveld 49, W.F. den Boesterd.
Bekendste bewoner Hannes ‘t Lam. Vanuit deze boerderij zou ooit het Scherpenzeel-bolwerk opgebouwd worden. Vier boerderijen op een rij 49, 53, (A. van Bergeijk) 55, (J.P. Scherpenzeel, Ida) en 63, (C. Schep) plus de rest.
3 Verhoef Cornelis 28-05-1804 41,3 29,6 2,81
Lakerveld 79, L.H.J. Donders. Voorheen Marie van Lomwel.
4 Van Toor Nijs 25-07-1827 17 23 2,81
Lakerveld 85, afgebrand in 1835.
Bekendste bewoner: Marinus Scherpenzeel. Alle eigenaren daarna? Veel.
5 Scherpenzeel Gerrit 09-11-1834 38,3 14,8 2,81
Lakerveld 95, J. de Jong. Afgebrand in 1921.
6 Bassa Jan 07-09-1826 95,7 33,7 2,81
Lakerveld 94, J. de Vor.
Op 22 februari 1853 was deze Jan Bassa in het huwelijk getreden met ene Lijsje Scherpenzeel. Natuurlijk liefde op het eerste gezicht. Maar?: Het ene kapitaal koppelen aan het andere kon natuurlijk geen kwaad. Deze boerderij zou het begin vormen van het Bassa-bolwerk in Lakerveld. In een later stadium zou de familie Bassa ook beschikken over de volgende boerderijen:
1. Het rechthuis op Lakerveld 116, C. van Vuuren.
2. Het tegenwoordige LMB bedrijf van W.H. de Bruin op Laker-veld 106.
3. Een niet meer bestaande boerderij tussen beide adressen.
4. De door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog met de titel ‘Sieg oder Tot’ beschilderde boerderij van Jan en Koos Bassa op Lakerveld 88.
7 Kon Adrianus 04-01-1845 20,2 10,6 2,81
Lakerveld 136, Jan Kon. Kwam met f 33,59 maar net aan stemrecht toe.
8 Wink Peter 30-12-1803 80,6 14,9 12,51
Lakerveld 142, E.J.P. Platenburg.
Zoals uit de grondbelasting blijkt, was de familie Wink nogal rijk. Wat grondbelasting betreft werd hij alleen overtroffen door J. Bassa en W. van Iperen. Hier moet echter bij vermeld worden, dat de zoon van Peter Wink (Adries) boerderij nr. 09 in bezit had. (De De meest bekende bewoner die de boerderij gekend heeft, was waarschijnlijk de acteur Kees Brusse. buren.)
9 Wink Adries 30-12-1832 28,5 17 2,81
Lakerveld 138, G.J. Bikker.
Interessante bewoner, omdat hij maar één dochter* had, zij huwde met ene Floor de Heer uit Kedichem. Ook deze familie had geen klagen over haar centen. In 2004 herinnert de veldnaam ‘De Heer’, zoals deze nog steeds gebruikt wordt voor de griend in de polder Lakerveld-Oost, aan deze familie. Thans eigendom van G. van Dijk Jzn. * Deze dochter is in de Lakerveldse geschiedenis beter bekend onder de bijnaam: ’t goudvinkje.
10 Bor Pieter 14-11-1848 14,8 18,7 2,81
Lakerveld 178, G. het Lam.
Herbouwd in 1964. Interessante boer. Kwam met zijn ¦ 36,22 aan belasting aan stemrecht toe. De waarde van zijn woning? Bijna 19 keer die van een arbeiderswoning!!!!
11 Van Iperen Wouter 02-06-1837 93,6 36,2 2,81
Lakerveld 115, Piet van Iperen.
12 Van Iperen Cornelis 26-10-1800 29,4 7,73 2,81
Lakerveld 115, Piet van Iperen.
13 Kortlever Jan 29-08-1843 73,8 42 2,81
Lakerveld 184, Kees Kortlever.
Gebouwd in 1873, herbouwd in 1952. Historisch zeer bekend door de brand in 1952. Hoge personele belasting te ‘danken’ aan het feit dat deze boerderij in 1873 werd gebouwd.
14 Verrips Hendrik 06-03-1847 50,4 17,7 2,81
Lakerveld 192, Dick Bos.
Herbouwd in 1904 en 2003. Bij de herbouw in 1904 werden tegeltableaus uit de eerdere boerderij herplaatst; maar helaas daarna door een tegelliefhebber in de nacht geleend en nooit meer teruggebracht. Door dit staaltje criminaliteit verdween o.a een uit twaalf tegels bestaande voorstelling van ‘Het Laatste Avondmaal’ uit Lakerveld. Deze boerderij is bekend door haar Lakenveldse koeien. Noordelijk van ‘de Groote Vliet’.
15 De Jong Mees T. 03-06-1836 31,4 13,4 12,54
Lakerveld 200 A. v. d. Grijn.
Schitterend gerestaureerde boerderij zuidelijk van de Grote Vliet. Tussen de boerderijen 15 en 16 heeft ook nog een woning gestaan.
16 De Jong Arie 09-10-1819 41,3 13,1 2,81
Lakerveld 206 G.A. Oskam.
Bekend als stormschade-boerderij uit 1905.
17 Kersbergen Jan Jzn. 18-10-1824 42,4 23,7 2,81
Lakerveld 147, J.J.G.M Klinkenberg.
Bekendste bewoners: De gebroeders Boer en Teunis Kers-bergen. Oude Lakerveldse boerderij, waarover veel gepubliceerd is. Ook de familie Kersbergen had veel Lakerveldse grond, en gebouwen in bezit. Dochters Kersbergen waren vrouwen, die ‘goed in de markt lagen’.
18 Vink Jasper 04-09-1838 34,1 40,6 8,45
Lakerveld 163, Dirk Oskam.
Gezien de hoge personelebelasting moet deze boerderij niet al te lang voor 1881 zijn gebouwd. Later zou deze boerderij door brand verwoest worden, en in een begin 19e eeuwse stijl opnieuw worden opgebouwd.
19 Den Besten J.Meijerse 09-01-1810 41,1 9,72 2,81
Lakerveld 244. Gijs de Jong.
Zie ook de ruzie om Schutterseiland, zoals beschreven in het boek van J.de With † ‘Aengaende den dorpe van Heycop’ pag. 34. Het Schutterseiland is Lakervelds, en dus Lexmonds grond-gebied. In 1853 was de polder Middelkoop ¦ 0,50 grondbelasting aan de gemeente Lexmond verschuldigd.
20 Uittenbogaard Cornelis 30-03-1834 40,5 27,4 2,81
Lakerveld 252 Arie de Pater.
Diverse keren herbouwd; zie foto uit 1975. Past nog steeds in het Lakerveldse landschap, sprak de subjectieve schrijver. Uiteraard zeer veel over te vertellen. De vrouw van Cornelis huwde twee keer. Echtgenotes: Anna Bassa en Annigje Kersbergen.
21 Uittenbogaard Gerrit 22-03-1821 26,7 16,4 2,81
Lakerveld 187. Marcel van Genderen.
De vrouw van Gerrit? U raadt de achternaam al? Juist: Maagje Kersbergen.
22 Kruijt Anthonie 02-02-1839 16,6 16,2 2,81
Lakerveld 268. Govert Bogers
Als we uitgaan van het Lexmondse dorp, is dit de laatste boerderij in het Lakerveldse. Mocht met een totaalbedrag van f. 35,60 ook maar net stemmen.

Mocht u als oplettende lezer(es) een groot aantal Lakerveldse boerderijen missen, dan heeft u gelijk. Dit heeft de volgende oorzaken:

  1. Een aantal Lakervelders haalden die grens van f. 32,- niet en zijn daarom niet opgenomen in deze lijst.
  2. Tussen 1900 en 1930 vond in het Lakerveldse een grote bouwgolf van boerderijen plaats.
Bronnen:

Archief Jac. de Jong
Koningen, Kabinetten en Klompenvolk, deel I door J. de Rek.
Diverse particulieren.
Diverse Lakerveldse eigendomsbewijzen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *