De Heicopse stoelenmatter

KRONIEK
2003-2

J.P. de Leeuw

Onderstaand stuk is ongewijzigd overgenomen uit een krant van 1923. Uit welke heb ik helaas niet meer kunnen vinden. In de Leerdamse krant stond het in ieder geval niet, althans ik ben het daarin nergens tegengekomen. Maar er verschenen ook in die tijd in ons dorp al meerdere kranten. Bij gelegenheid wil ik nog wel eens proberen dit verder uit te zoeken, maar voor het verhaal op zich doet het er ook niet veel toe. Het is overigens al heel lang in mijn bezit en ik weet ook niet meer van wie ik het eens kreeg. Wat ik mij nog vaag herinner, is dat er bij mijn ouders thuis vroeger wel eens over gesproken werd. Misschien zijn er onder onze oudere lezers nog wel die mij er iets meer over kunnen vertellen. In dat geval hoor ik het graag!

Hei- en Boeiop, 1923

Jan van Haringen of Dirk van Schaik

Er heeft zich ettelijke jaren geleden in onze gemeente een drama afgespeeld, dat op rijm is gezet en bezongen is geweest. (De bekende Heicopse moord in 1905, JPL.) In de laatste week heeft zich nu een kluchtspel in verschillende bedrijven voorgedaan dat eveneens door onze lieve jeugd wordt bezongen en dus evenmin aan de vergetelheid zal worden prijs gegeven.

Op 31 januari 1923 zag men door onze gemeente en langs de huizen een stoelenmatter gaan, met krachtens zijn ambt een bos biezen op zijn rug, zich uitgevende voor J. van Haringen en te Culemborg woonachtig, hetgeen op zichzelf niets bijzonders is.

Zijn bedrijf bracht hem zeker niet veel gewin en het spreekwoord “armoede zoekt list” zich ten goede nemend, begon ons Jantje, die bijzonder van de tongriem gesneden was, uit een ander vaatje te tappen. Immers, hij had nogal wat bijbelkennis en waarom dan dat niet aangewend? Hij begon er immers zo over te redeneren dat hij al spoedig werd uitgenodigd aan de maaltijd deel te nemen, hetgeen Jantje, zoals te begrijpen is, zich niet tweemaal liet vragen.

Hij bleef echter in zijn rol, want alvorens tot eten over te gaan, ging hij zo keurig in gebed voor, dat de gehele familiekring er door onder de indruk raakte en zij zodoende zeer met hun gast waren ingenomen. Zoals dat steeds  op een dorp gaat, ging het ook nu als een lopend vuurtje dat zich een stoelenmatter in de gemeente ophield, die, zoals men dat noemt, “zo goed van leven was”. Er was geen sprake van dat Van Haringen weg mocht, (ze beschouwden hem als een engel) want reeds diezelfde avond kwamen er verschillende personen om naar hem te luisteren. Men benijdde elkaar zijn nachtlogies en van alle zijden kwam er werk in overvloed voor hem, zodat zijn bosje biezen al spoedig in prima beste matten veranderd was. Echter geen nood, het werk is voor de domme en iemand met zo’n grote gave behoeft toch niet te werken? Die kan wel op een gemakkelijker wijze aan zijn kostje komen. Zo dacht onze slimme gast er ook over.

Een stoelenmatter

Hij werd door iedereen, zelfs door de grootste boeren, uitgenodigd ook bij hen een avondje te komen praten en zelfs bij verjaarspartijen werd hij niet vergeten en drong men op zijn tegenwoordigheid aan. Hij wist het zover te brengen dat er zelfs bij de koffie met koek gebeden werd en men geraakte zo onder de indruk dat volgens bedrukte gezichten de een de toekomst nog al zwarter inkeek dan de ander. Och arme, wat zal hij genoten hebben als hij, na zich tegoed te hebben gedaan, zijn oude stramme ledematen op Uw schone pronkbedden behaaglijk uitstrekte en wat zal er in zijn brein hebben omgegaan als hij zijn bedrieglijke gezicht verborg in Uw welgevulde kussens? Ook moest hij op zondag mee ter kerke, maar zijn stoelenmatterkostuum was daar te sjofel voor, dus werd er voor een ander, degelijker en zwarter pak gezorgd.
Hem werd een plaats gewezen in de notabelenbank, zodat hij de dominee goed kon verstaan. Hij luisterde dan ook met grote aan-dacht. Later bad hij op zijn knieën aan de legerstede ener vrouw die van kiespijn schier dreigde te vergaan. Zijn invloed wars zo groot dat men op een avond met hem naar de dominee wilde gaan, welk aanbod hij wijselijk door allerlei uitvluchten van de hand wees.

Jammer voor hem was dat er, na enige tijd zijn rol te hebben gespeeld, een kink in de kabel kwam. Immers, eens op bezoek bij een oud en zeer gezien persoon in de gemeente, werd hem door dezen naar enige bekende personen uit de omtrek van Culemborg gevraagd, waarop ons Jantje geen voldoende antwoord wist te geven, wat ten gevolge had dat de vrager de zaak wat begon te wantrouwen. Hij raadde tenminste aan naar Van Haringen te informeren, want men was reeds bezig een kamer voor hem te huren.

Toen brak de beer los. Op de secretarie van Culemborg stond niemand als Jan van Haringen ingeschreven, doch na gezocht en gezocht te hebben en trachtende met beschrijvingen de persoon duidelijk te maken, bleek dat Jan van Haringen als Dirk van Schaik, meester stoelenmatter, in het register van een volkslogement te Culemborg was ingeschreven.

Toen men hem later in onze gemeente daarvan een verwijt maakte, bleef hij steeds in zijn rol en antwoordde slechts met de vraag en de woorden “is de duivel weer aan het woelen geweest?” of “ja, de streken der duivel zijn listig”.

Naar wij vernomen hebben, heeft onze ‘predikant’ thans een beroep gehad naar de gemeente Tiel, (daar was toen nog een strafgevangenis gevestigd, JPL.) om daar wegens verduistering 3 maanden zijn wijsheid te verkondigen achter de tralies van de Heilige Hermandad en Co., na met zijn nieuwe kostuum, plus f 65,00, een oude paraplu achterlatende, spoorloos uit onze gemeente te zijn verdwenen.
Of hij te Tiel ook zoveel voor zijn eerste preek zal krijgen? We zijn zo vrij dit te betwijfelen.
Tot zover dit artikel.

Een stoelenmatter zoals ze tegenwoordig op markten van oude ambachten nog wel eens te zien zijn.

Later verscheen er elders in een plaatselijke courant nóg een artikel over onze stoelenmatter en ook dat wil ik onze lezers niet onthouden. Dit luidde als volgt:

Velen onzer dorpsgenoten zullen zich nog herinneren een zekere Dirk Van Schaik, ruim 30 jaar geleden alhier als hoepelmaker werkzaam. Echter het was niet zijn eenvoudig handwerk, doch meer zijn zoeken van vrome gezelschappen enz. dat de aandacht op hem vestigde. Maar Dirk verdween alhier van het toneel en van zijn hooggestemd geestelijk leven werd nimmermeer iets vernomen, doch enkele weken geleden verscheen hij als een meteoor opnieuw aan onze gezichtskring. Helaas dat de lichtglans zo spoedig verduisterde en thans in de strafgevangenis voor goed dreigt onder te gaan.

In het naburige Hei-en Boeicop wist een bejaarde stoelenmatter met zalvende praat zich bij de vrome luitjes in te dringen. Hij logeerde zelfs op het pronkbed en zat Zondags in de notabelenbank, “Hij wordt nog wel goed”, was dan zijn minzaam oordeel over de predikant; maar een eigen lokaaltje met eigen discipelenkring, dat was eigenlijk het ideaal.

Nu, het eigen lokaaltje heeft de man, die niemand anders was dan de vroegere Dirk van Schaik, doch om zekere redenen thans incognito reisde, gekregen, Want achteraf bleek dat hij bij Vrouwe Justitia nog 3 maandjes tegoed had. Maar de discipelenkring is hem niet gevolgd en hij zal het voorlopig met de cipier moeten doen.

Het staat niet aan ons om over deze oude zwerver een hard oordeel te vellen. En zelfs in de eenzame cel van de veroordeelde kan nog de voetstap des Vredes ruisen.
Als Dirk de stoelenmatter weer op het toneel verschijnt, zij het dan niet als vrome betweter, maar als de waarlijk arme zondaar en zijn vrienden, thans in hem bedrogen, zullen hem ook dan hun bete niet weigeren.
Wie staat, zie toe dat hij niet valle …..

Naschrift van J.P. de Leeuw

Zoals ik in het begin al vroeg: mocht er iemand zijn die mij hiervan nog iets meer kan vertellen, dan hoor ik dat graag. Blijkbaar moet er dus destijds ook nog een liedje over geschreven zijn, dat met name door de dorpsjeugd gezongen werd. Het Heicopse moordlied uit 1905 is mij wel bekend. Ik heb er zelfs twee verschillende versies van in mijn bezit, maar van een lied over de Heicopse stoelenmatter heb ik nooit eerder gehoord.
Wie van onze lezers kent dit nog?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *