Naam: Bas de Groot
Geboren: 15 november 1936 in Lexmond (Achthoven)
Woonplaats:Lexmond (Achthoven)
Vader: Mennekes de Groot, Lexmond (Achthoven)
Moeder: Antonia den Besten, Schelluinen
Waarom deze keus?
Achthoven is de plek waar Bas de Groot is geboren, woont en werkt. De meest bijzondere plek? Bas weet het wel. Buurtschap Achthoven natuurlijk. Dat het er zo mooi is, drong pas bij hem door toen hij een keer met de trein naar Den Bosch ging en bij de brug dacht: Wat is het hier prachtig. ,,En toen realiseerde ik mij opeens: Verrek, we wonen op Achthoven net zo mooi, maar dat zie en besef je niet altijd meer.’’ Als voorbeeld noemt De Groot de beschermde meiboomstruiken in de uiterwaarden. Die mogen niet gerooid worden, al was dat ooit bijna een keer gebeurd. ,,We kregen een brief van de provincie dat de struiken, die van de dijk naar de rivier lopen, afgezaagd moesten worden vanwege de veiligheid. Had een ambtenaar vanachter zijn bureau verzonnen. Binnen een paar dagen lag er een brief op de mat dat het een vergissing was. Gelukkig had niemand de struiken gerooid.’’
Welke rol speelt Achthoven?
Bas de Groot woont in het voorhuis van de boerderij, waar hij geboren is. Samen met Pleuntje, zijn vrouw. Daar ligt zijn geschiedenis en Bas kan er boeiend over vertellen. ,,Op Achthoven zie je geen statige boerderijen zoals in Leerbroek of Hei- en Boeicop. Het was hier tussen 1800 en 1900 behoorlijk arm, onder andere door de veepest.’’ Pleuntje valt in: ,,Volgens je vader kwam dat omdat Napoleon hier geroofd heeft”. Bas: ,,Dat zei me vader ja, maar of dat ook zo is?” ,,Uit die tijd stamt dat veel land, uiterwaarden en boerderijen in handen kwamen van grootgrondbezitters zoals de families Wisboom, Iterson en Meinlief. Veel van dat land is nu weer van de boeren, omdat de kinderen van die families minder binding met het land hadden en liever verkochten. Ook de ruilverkaveling hielp daarbij. Er werd vee gehouden, maar er zijn ook altijd bogaards geweest. Vroeger werd door de boeren en de grootgrondbezitters het ‘fruit op het hout verkocht’. Dat wil zeggen dat het risico van een goede oogst voor de koper was. Vaak bij openbare verkoop, net als het hout van de grienden, in de Drie Snoecken of Het Zwijnshoofd in Vianen.’’ Er vallen nog veel meer verhalen te vertellen en voor Bas geldt: ,,Begrijp me goed, ik red me eige overal, en as ’t mot dan ga ik er naar toe, maar uit vrije wil ga ik hier niet weg.’’
Marianne Wittebol
- A. den Besten-de With: de bomen van Achthoven
- Amel de Wit: sportcomplex Het Bosch
- Anton Haag: de polder Neder-Boeicop
- Arie van der Zouwen: de Lekdijk
- Bas de Groot: buurtschap Achthoven
- Cees Spek: de levendige Dorpsstraat
- Eip Aantjes: de boerderijbrug
- Elbert van Wijk: de pastorietuin
- Henk de Vaal: de bevlogenheid van opa De Vaal
- Henk de With: de Gregoriushoeve
- Herman Molenaar: de omroeper van Lexmond
- Ida Schep-Bosch: een kledingkast op zolder
- Jan de Jong: de afgetopte molen
- Jan Schaafsma: de pomp van Jan Holl
- Jan Verhoef: het stiggie met de knotwilgen
- Lies Bassa: de eindeloze polder
- Marianne Wittebol: de polder Achthoven
- Marjan van de Graaf: de treurwilg met een ziel
- Marry van Zessen: de kersenboomgaard
- Peter de Pater: de vlucht van Ivan Hollomon
- Peter Kleppe: de zonnewijzer
- Piet Westerhoud: buurtschap Zwaanskuiken
- Ronnie Hendriks: de kastanje van Jan van Hemert
- Stef de Ridder: het torenuurwerk
- Walter van Zijderveld: de haven van Lexmond
- Wilco den Hartog: de meesterswoning
- Wim Honk: het rechthuis van Lakerveld
- ‘Juf’ Janny Nobel: de School met de Bijbel