
Naam: Elbert van Wijk
Geboren: 3 september 1979 te Streefkerk
Woonplaats: Hei- en Boeicop
Vader: Rokus van Wijk, Streefkerk
Moeder: Greta Sterk, Streefkerk

Waarom deze keus?
In een gesprek met Elbert van Wijk wordt snel duidelijk waarom de pastorietuin voor hem een bijzondere plek is. De dominee van Hervormd Hei- en Boeicop heeft niet alleen hart voor de natuur, hij bezit ook groene vingers en weet veel van natuur en landschap. Niet verwonderlijk, want landinrichting en watermanagement waren een tijdlang zijn werkterrein. Totdat hij koos voor een studie theologie en vervolgens beroepen werd in Hei- en Boeicop. Bezig aan het vierde jaar van zijn ambtstermijn voelt hij zich helemaal thuis in Heicop. Hij vindt het dan ook absoluut niet erg als een beroep op hem vanuit een andere kerkelijke gemeente nog even uitblijft. ,,Ik heb het hier prima naar mijn zin, de contacten zijn goed en er is nog zo veel te doen.” Elbert van Wijk volgde de opleiding landinrichting bij Groen en Landschap. ,,Tenminste zo heette het eerst, maar de naam van de opleiding is al vaak veranderd”, zegt hij.
Wat maakt de pastorietuin bijzonder?
Vanuit de kamer en keuken kijkt hij uit over de tuin. ,,Ik was verrast dat de tuin zo groot was. Breed en wel 100 meter diep. Dat verwacht je niet achter een pastorie. Waarom is die tuin zo groot? Hoe heeft ie gefunctioneerd? Dat intrigeert mij. Ik ben benieuwd of er mensen zijn die me daar meer over kunnen vertellen.” Een grote tuin, betekent veel werk. Voor Elbert geen probleem. Hij steekt graag de armen uit de mouwen en heeft grote steun aan vrijwilligers die hem assisteren. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus de dominee deed meer dan alleen de tuin onderhouden. Hij maakte het tot zijn eigen landinrichtingsplan. ,,Toen wij hier kwamen wonen, was de tuin dicht begroeid. Je kon niet ver weg kijken en dat vonden we jammer.”

Dus toog Elbert aan de slag. Schuttingen werden verkleind, bomen en struiken gerooid of gesnoeid, paden aangelegd en er kwam nieuwe aanplant, zoals een stukje griend. De watergangen werden uitgebaggerd en, geheel in de geest van zijn oude beroep, werd hier en daar de loop verlegd. ,,Het is belangrijk dat je de tuin kan beleven en dat je iets meekrijgt van de omgeving.” Het resultaat mag er zijn. Vanuit het woonhuis is goed te zien – via zichtlijnen, zoals Elbert het noemt – hoe de gevarieerde tuin en het daarachter gelegen weidse landschap naadloos in elkaar overgaan. De dominee vraagt zich af hoe de tuin naar de toekomst toe de meeste waarde kan hebben voor de kerkelijke gemeente. Wellicht is dat door de tuin een functie te geven binnen het dorp. ,,Tijdens Opening Winterwerk wordt de tuin al gebruikt en als je dan de mensen ziet genieten, dan denk je verder. Het lijkt immers op een soort parkje.”
Ronnie Hendriks
De keuze van…
Walter van Zijderveld:
de haven van Lexmond
Stef de Ridder:
het uurwerk in de toren van Lexmond
Peter Kleppe:
de zonnewijzer van de woningbouwvereniging
Marjan van de Graaf:
de treurwilg met een ziel
Amel de Wit:
sportcomplex Het Bosch
Wim van Honk:
het rechthuis van Lakerveld
Marianne Wittebol:
de polder Achthoven
Jan Schaafsma:
de pomp van Jan Holl
Ronnie Hendriks:
de kastanje van Jan van Hemert
Jan Verhoef:
het stiggie met de knotwilgen
Henk de Vaal:
de bevlogenheid van opa De Vaal
‘Juf’ Janny Nobel:
de School met de Bijbel
Mevr. A.B. den Besten-De With:
de hoge bomen van Lakerveld
Peter de Pater:
de vlucht van Ivan Hollomon
Herman Molenaar:
de omroeper van Lexmond
Bas de Groot:
de buurtschap Achthoven
Piet Westerhoud:
buurtschap Zwaanskuiken
Ida Schep-Bosch:
een kledingschat op zolder
Henk de With:
de Gregoriushoeve in Lexmond
Anton Haag:
de polder Neder-Boeicop
Jan de Jong:
de afgetopte molen
Lies Bassa:
de eindeloze polder
Cees Spek:
de levendige Dorpsstraat
Wilco den Hartog:
de meesterswoning
Rinus Langerak:
de Zipkaai
Marry van Zessen:
de kersenboomgaard
Elbert van Wijk:
de parochietuin
Arie van der Zouwen:
de Lekdijk