Naam: Jan Schaafsma
Geboren: 16 juni 1942 in Huis ter Heide
Woonplaats: Hei- en Boeicop
Vader: Arie Schaafsma, De Lier
Moeder: Sjieuwke Terpstra, Leeuwardareel
Waarom deze keus?
De herinnering aan Jan Lambertus Holl voert Jan Schaafsma 44 jaar terug in de tijd naar zijn entree in Hei- en Boeicop. ,,Na lang zoeken vonden mijn vrouw Thea en ik ons ideale huisje aan de Hei- en Boeicopseweg. Toen nog een gribus, maar wel op een mooie rustige plek, met veel grond.’’ ,,De bouwval ging meteen tegen de vlakte. Tijdens het slopen zag ik een man heen en weer lopen op de begraafplaats. Dat bleek Jan Holl te zijn en het was zijn ouderlijk huis waarmee ik bezig was. Hij kwam eens kijken en mompelde wat. ‘Geen kijkers, maar helpers heb ik nodig’, was mijn reactie. Weg was hij, maar later zijn we toch nog dikke maatjes geworden.’’
Wie was Jan Holl?
,,Een echte dorpsfiguur. Een man in vele gedaanten, een man met vele petten. Hij was onder meer bijenhouder, gemeentebode, gemeentewerker én de man van de kar, de lijkbaar.’’ Schaafsma staat op en neemt een denkbeeldige fietspomp in de hand. ,,Ik zie het nog haarscherp voor me. Daar kwam Jan Holl aan op zijn fiets, de spa op schouder. In zijn manchester pak en met een alpinopet op. De lijkwagen werd tevoorschijn gehaald en pfff, pfff, pfff werden de banden opgepompt.’’ Om zijn woorden kracht bij te zetten pompt Schaafsma in het luchtledige. ,,Daarna verdween ie en kwam hij 10 minuten later terug, keurig in het uniform mét pet. Fier als een pauw liep hij voor de wagen uit. Na afloop verdween hij naar huis en verscheen hij kort daarop weer in zijn werkkloffie. Het graf werd gedicht en alles opgeruimd.
Wat betekent Jan Holl voor u?
,,We wonen hier fantastisch in een prachtige omgeving tussen bijzondere mensen. Jan Holl was daar één van. Hij kwam regelmatig langs op z’n klompen om even bij te praten. De natuur, de dieren, tuinieren en de moestuin, het waren gezamenlijke hobby’s. Hij wist er veel van en liet dat ook wel weten.’’ ,,Het was geen echt harde werker en soms stond de bermbeplanting veel te hoog. Dat leverde hem kritiek op, ook in de gemeenteraad. Die pareerde hij dan met: ‘Jullie zijn toch ook voor de natuur. Ik spaar de bloemen en de dieren’.’’
Ronnie Hendriks
- A. den Besten-de With: de bomen van Achthoven
- Amel de Wit: sportcomplex Het Bosch
- Anton Haag: de polder Neder-Boeicop
- Arie van der Zouwen: de Lekdijk
- Bas de Groot: buurtschap Achthoven
- Cees Spek: de levendige Dorpsstraat
- Eip Aantjes: de boerderijbrug
- Elbert van Wijk: de pastorietuin
- Henk de Vaal: de bevlogenheid van opa De Vaal
- Henk de With: de Gregoriushoeve
- Herman Molenaar: de omroeper van Lexmond
- Ida Schep-Bosch: een kledingkast op zolder
- Jan de Jong: de afgetopte molen
- Jan Schaafsma: de pomp van Jan Holl
- Jan Verhoef: het stiggie met de knotwilgen
- Lies Bassa: de eindeloze polder
- Marianne Wittebol: de polder Achthoven
- Marjan van de Graaf: de treurwilg met een ziel
- Marry van Zessen: de kersenboomgaard
- Peter de Pater: de vlucht van Ivan Hollomon
- Peter Kleppe: de zonnewijzer
- Piet Westerhoud: buurtschap Zwaanskuiken
- Ronnie Hendriks: de kastanje van Jan van Hemert
- Stef de Ridder: het torenuurwerk
- Walter van Zijderveld: de haven van Lexmond
- Wilco den Hartog: de meesterswoning
- Wim Honk: het rechthuis van Lakerveld
- ‘Juf’ Janny Nobel: de School met de Bijbel