Waarom deze keus?
,,Welke plek voor mij bijzonder is? Ja, dat kan er natuurlijk maar eentje zijn. De school met de Bijbel. Die neemt een prominente plek in mijn leven in. Ik geef er al 26 jaar les, waarvan 21 jaar in het oude gebouw.’’ De band met de school gaat verder dan de ruim kwart eeuw lesgeven. Beide opa’s van Janny waren betrokken bij de oprichting van de school in Hei- en Boeicop. Het onderwijs zit gewoonweg in haar genen. De reden van Janny om voor de kleuterkweek te kiezen heeft daar echter niet zoveel mee te maken. ,,Na de middelbare meisjesschool wist ik nog niet wat ik wilde. Ik twijfelde nog even over een baan als vrachtwagenchauffeur. De kleuterkweekopleiding duurde niet zo lang, dus dat leek me eigenlijk wel wat,’’ lacht ze. Spijtig genoeg wachtte er aan het eind van de opleiding geen baan. Met de invoering van de nieuwe Wet op het basisonderwijs, was ook de kleuterschool verdwenen. ,,Niet zo leuk,’’ zegt Janny nu. ,,Ik ben toen maar begonnen met het geven van tekenlessen en toen hebben ze mij gevraagd of ik niet hier op school les wilde geven.’’
Nog weemoed naar de oude school?
,,Het is natuurlijk nooit leuk als een plek waar je met plezier hebt gewerkt, verdwijnt. Maar het gebouw verkeerde niet in een beste staat en had ook geen bijzonder waarde. We hebben met een speciale dag afscheid genomen van het oude gebouw en hebben daarna feest gevierd bij de opening van de nieuwe school.’’
U kent natuurlijk bijna iedereen in het dorp?
,,Nou, niet echt meer. Niet alle kinderen gaan hier naar school en er is ook veel instroom van nieuwe mensen. Wel zijn er zijn nog steeds mensen die me begroeten met ‘juffrouw Janny’. Dat vind ik dan wel leuk.’’ Janny heeft nu nog twee ochtenden in de week de groepen 7 en 8 onder zich. Een leeftijdsgroep die behoorlijk wat aandacht vraagt, maar Janny kent het klappen van de zweep. Ook geeft ze nog tekenles. ,,De school is erg belangrijk voor het dorp. Het is een plek waar je samen één bent, het geeft een veilig gevoel. Ik hoop dat Hei- en Boeicop nog lang een eigen school houdt. Er zijn nu nog voldoende leerlingen, maar het wordt wel steeds kritischer.’’
Ronnie Hendriks