
Naam: Piet Westerhoud
Geboren: 3 april 1938 in Hei- en Boeicop
Woonplaats: Hei- en Boeicop
Vader: Kees Westerhoud, Hei- en Boeicop
Moeder: Liesbeth de Vaal, Lexmond

Waarom deze keus?
,,De mooiste herinnering heb ik aan buurtschap Zwaanskuiken. Het was vroeger een aparte woonomgeving. Ik ben er geboren, opgegroeid en heb er gewerkt. Het was er goed, gezellig.’’ Piet Westerhoud spreekt zijn woorden met nadruk uit en hij lijkt met zijn gedachten terug in de tijd te gaan om zich het beeld van de buurtschap bij de brug voor de geest te halen. ,,Links van de brug woonde de middenstand,’’ vertelt hij. ,,Op nummer 1 zat Van Es, transporteur, maar ook cafébaas en kruidenier en bovendien op zaterdag olieleverancier. Op nummer 2 bakker Zijderveld, op nummer 3 kolen-, zand- en grinthandel Westerhoud, mijn vader dus, en op 4 Stravers, een boer waar je de melk kocht.’’ Westerhoud heeft een goed geheugen. ,,Rechts van de brug woonden agent Spruit, ondernemer De Vor, kapper De Jong en Van Wijk. Die handelde in alles. En verder had je nog mensen die we nu als zzp’ers zouden aanduiden.’’
Welke herinnering is u het meest bijgebleven?
,,Toch wel de levendigheid van de buurt, de gezelligheid. Er was nooit ruzie, het ging allemaal in harmonie. Het was een kinderrijke buurt, Op het kleine stukje woonden er toentertijd, ik spreek van niet lang na de oorlog, zo’n 25 kinderen. Die speelden ’s avonds met elkaar. ’s Zomers werd er veel gezwommen. Jan de Vor was onze zwemleraar. Nou ja, leraar. Hij pakte je op en gooide je in het kanaal. Nou, dan leer je wel snel zwemmen.’’
En de rol van de brug?
,,Er kwamen toen gemiddeld 120 à 150 schepen per dag door het kanaal. En elke keer moest de brug open. Dat gaf lange files. Niet van auto’s, die waren er nog niet veel. Nee, lange rijen van paard en wagens. Soms stond de brug bijna een half uur open. De jeugd vond het prachtig en voer vaak mee met de schepen. De snelheid was gering.’’ De brug vervulde nog een belangrijke functie in het maatschappelijk leven. Als hangplek voor ouderen, een soort van leugenbank. Zoals overal kwamen de mannen op zondagmiddag naar de brug en vertelden elkaar de laatste nieuwtjes en verhalen. Waar of niet waar, dat maakt niet uit, maar er werd wel veel gelachen. En wij luisterden ademloos toe.’’
Ronnie Hendriks
- A. den Besten-de With: de bomen van Achthoven
- Amel de Wit: sportcomplex Het Bosch
- Anton Haag: de polder Neder-Boeicop
- Arie van der Zouwen: de Lekdijk
- Bas de Groot: buurtschap Achthoven
- Cees Spek: de levendige Dorpsstraat
- Eip Aantjes: de boerderijbrug
- Elbert van Wijk: de pastorietuin
- Henk de Vaal: de bevlogenheid van opa De Vaal
- Henk de With: de Gregoriushoeve
- Herman Molenaar: de omroeper van Lexmond
- Ida Schep-Bosch: een kledingkast op zolder
- Jan de Jong: de afgetopte molen
- Jan Schaafsma: de pomp van Jan Holl
- Jan Verhoef: het stiggie met de knotwilgen
- Lies Bassa: de eindeloze polder
- Marianne Wittebol: de polder Achthoven
- Marjan van de Graaf: de treurwilg met een ziel
- Marry van Zessen: de kersenboomgaard
- Peter de Pater: de vlucht van Ivan Hollomon
- Peter Kleppe: de zonnewijzer
- Piet Westerhoud: buurtschap Zwaanskuiken
- Ronnie Hendriks: de kastanje van Jan van Hemert
- Stef de Ridder: het torenuurwerk
- Walter van Zijderveld: de haven van Lexmond
- Wilco den Hartog: de meesterswoning
- Wim Honk: het rechthuis van Lakerveld
- ‘Juf’ Janny Nobel: de School met de Bijbel