Vijf nieuwe voormolens

2002-2

KRONIEK
2002-2

VERVANGING VERWOESTE MOLENS BIJ SLUIS (AMEIDE) IN 1739

Dr. A. Bijl

De verwoesting van de zes voormolens bij Sluis in 1672-1673 door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnengevallen Franse troepen, betekende een harde klap voor de op de Zederik uitwaterende polders in de Vijfheerenlanden. In 1566 waren deze zes molens gebouwd om de afwatering van de Vijfheerenlanden te verbeteren. Gelukkig waren de waterstanden op de Lek in de jaren zeventig van de 17de eeuw niet erg hoog en kon het water door het malen van de (24) binnenmolens op natuurlijke wijze door de sluizen op de Lek aflopen. Dat was de voornaamste reden voor het College van de Lek (bestaande uit leden van de Dijkcolleges van Vianen, Hagestein en Everdingen) om op 7 mei 1679 te besluiten, mede gezien de hoge kosten, niet tot de herbouw van de voormolens over te gaan.

Begin jaren twintig van de 18de eeuw gingen stemmen op om tot herbouw van de voormolens over te gaan. Het waren met name 21 ingelanden van de polder Achthoven (het laagst gelegen) die veel hinder ondervonden van kwelwater uit de hoger gelegen polders en uit de Lek, waardoor gedurende de zomermaanden de landerijen onder water stonden. In januari 1721 was de Zederikkade zelfs doorgebroken en was het verboden om met de binnenmolens te malen. De ingelanden van de polder Achthoven verzochten het College van de Lek op 21 februari 1721 om zo spoedig mogelijk enige voormolens te bouwen. Op het stadhuis in Vianen werd op 19 juni een vergadering belegd waarbij alle belanghebbenden werden uitgenodigd. Daar werd besloten op 24 juni de plaats te gaan bekijken waar de nieuwe voormolens geplaatst zouden moeten worden. De ingelanden van Achthoven kregen echter onvoldoende steun van de andere op de Zederik uitwaterende polders en de zaak zou blijven rusten tot juni 1738.

In juni 1738 kwam de bouw of herbouw van de voormolens bij Sluis weer op de agenda van het College van de Lek. Tijdens een ver-gadering van het college op 17 juni bleek opnieuw een meerderheid van de ingelanden tegen de voormolens te zijn.

Kaartje met de vijf voormolens (buitendijks) bij Sluis en een ontwerp voor een nieuwe bovenboezem met vijf nieuwe molens binnendijks (ca. 1750)

Op 19 september 1738 kwamen dijkgraaf en hoogheemraden van Vianen toch met een voorstel om bij Ameide (Sluis) nieuwe molens te bouwen. De Dijkcolleges van Hagestein en Everdingen antwoord-den op 24 maart 1739 niet mee te betalen aan het onderhoud van de vernieuwingen, omdat ze er geen voordeel van genoten. Beide col-leges wensten zich aan de oude overeenkomsten van 1566 (bouw van zes voormolens) en 1679 (niet tot herbouw over te gaan) vast te houden.

Toen de herbouw of nieuwbouw van de voormolens opnieuw niet dreigde door te gaan als gevolg van onvoldoende steun, kwamen de polders Heicop, Boeicop en Achthoven met het verzoek om voor hun rekening een nieuwe voormolen te bouwen. Dit leidde tot hevige protesten van een aantal ingezetenen (totaal 18 ingelanden) van Lexmond en Achthoven. Er volgde overleg met alle belang-hebbenden. Uiteindelijk stemden de meeste polders tegen het verzoek om nieuwe voormolens te bouwen. Zij herhaalden op 23 mei hun verzoek om drie voormolens te bouwen. Onder andere de polders Bloemendaal, Lexmond, Lakerveld en Quakernaak bleven tegen de bouw.

Het College van de Vijfheerenlanden (hierin zaten de dijkcolleges van Vianen, Hagestein, Everdingen, Ter Leede en Arkel boven de Zouwe) hakte op 22 juli 1739 de knoop door en besloot tot de bouw van vijf voormolens bij Ameide (Sluis) op de plaats van de zes in 1672-1673 verwoeste voormolens. Het contract bepaalde dat ieder lid van het College van de Vijfheerenlanden zelf zijn aandeel moest leveren en betalen aan de dijkgraaf en heemraden van het College van de Lek. De financiering van de bouw zou worden betaald uit een omslag van negen gulden per morgen over alle polders die op de Zederik uitwaterden en zou in drie gelijke termijnen van drie gulden worden geϊnd.

De eerste molen werd gebouwd door Claes van Meerkerk voor
fl. 9.065,00, de tweede door Jan Gooyerts voor fl. 9.705,00, de derde door Jan Adriaanse de Hey voor fl. 9.955,00, de vierde door Jasper Herlaer voor fl. 10.235,00 en de vijfde door Jacobus Drost voor
fl. 10.235,00. De boezemkade werd aangelegd door Willem Janssen, de lage heemraad van Heicop, voor fl. 4.948,00. De totale kosten voor de bouw van de molens en de aanleg van de boezemkade met toebehoren kwamen op fl. 59.579,07.

De uitvoering van het contract stuitte op vele bezwaren. Toen bijvoorbeeld de dijkgraaf en hoogheemraden van Vianen op 21 oktober 1739 de schout en laagheemraden van Vianen op Bloemen-daal verzochten hun bijdrage te leveren, antwoordden de ingelanden van de polder Vianen (‘t Hogeland) vijf dagen later dat zij niet wensten bij te dragen in het bouwen van de voormolens. De polder Vianen had door zijn (hoge) ligging geen problemen met de afwatering en was dus niet afhankelijk van de voormolens bij Sluis. Ze wilden wel mee betalen aan de sluizen (volgens het contract van 1566), maar dan volgens de formule drie hoeven (een hoeve = 16 morgen) voor één. De ingelanden waren eventueel wel bereid om op basis van deze laatste formule ook bij te dragen aan de nieuw te bouwen voormolens.

Het protest van het Dijkcollege van Hagestein kwam vrij laat. Op 9 mei 1741 verklaarden dijkgraaf en hoogheemraden van het Land van Hagestein tegen het besluit om nieuwe voormolens te bouwen te zijn, omdat zij daarbij niet waren geraadpleegd. Zij zouden zich vasthouden aan het contract van 4 november 1566 en het besluit van 7 mei 1679 om de molens af te breken. Het dijkcollege protesteerde derhalve tegen alles wat in strijd was met of buiten het contract van 4 november 1566 zoals dat door de heren van Arkel, Vianen, Everdingen en Leerdam op 22 juli 1739 aan de sluis te Ameide was besloten. Pas in 1761 zou voor de betalingsachterstand van Hagestein een regeling worden getroffen.

Kaartfragment met de vijf buitendijkse voormolens en de acht binnendijkse voormolens bij Sluis.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *