Het gemaal aan de Boezemkade

KRONIEK
1999-5

Door Walter van Zijderveld

Het gemaal dat de polder Achthoven in het verleden mede heeft helpen droogmalen, bestaat niet meer. Het gemaal lag aan de Boezemkade en was in zijn soort uniek. Het onderste deel was een bakstenen molenstomp uit 1777 die in 1925 twee meter werd ver-hoogd. Er kwam een dak op en in de zo ontstane ruimte werd een horizontale Crossley dieselmotor geplaatst die een centrifugaalpomp aandreef. In de molengang werden de toe- en afvoerbuizen van de pomp gelegd. Tot aan de sloop is de installatie ongewijzigd gebleven en was het gemaal aan de Boezemkade als het ware een industrieel monument geworden.

Het motorpompgemaal aan de Boezemkade, een dag voor de sloop. De gevelsteen met het jaartal 1777, die boven de grote deur zat, is reeds verwijderd. Deze bevindt zich in de opslag van het Hoogheemraadschap te Lexmond. Het brugje in de Boezemkade is eveneens al opgeruimd.

Zowel het gebouw als de installatie waren in redelijk goede staat van onderhoud. De motor heeft ruim drie jaar geleden nog voor het laatst gedraaid. Het gemaal had verder geen functie meer voor de bemaling van Achthoven omdat het water nu via Lakerveld werd afgevoerd.

Enkele jaren terug kwam er olie bovendrijven in de vliet die aan het gemaal grenst. Het bleek dat deze olie afkomstig was van het gemaal. Vooral onder de vloer van het gemaal bevond zich een grote veront-reiniging.

Het Hoogheemraadschap werd daarop door het Zuiveringschap gemaand om de verontreiniging op te ruimen. De goedkoopste manier om dit voor 100% te doen was het gemaal te slopen. De gemeente gaf een sloopvergunning en daarmee was de zaak beslecht. Het feit dat het gebouw op de lijst van beeldbepalende panden stond heeft dat helaas niet kunnen verhinderen.

De Historische Vereniging Ameide en Tienhoven had al anderhalf jaar contact met het Hoogheemraadschap om te trachten het gemaal te behouden. Eind maart 1999 is ook onze (toen een paar maanden oude) vereniging door hen ingelicht. Vanaf eind april hebben wij daarna gezamenlijk getracht het gemaal te behouden. Onze ver-eniging trad daarbij op als penvoerder en contactorgaan. Tegen het verlenen van de sloopvergunning hebben wij bezwaar aangetekend. Na veel brieven, vergaderingen en telefoontjes moesten we echter constateren dat het helaas niet mogelijk was om het gemaal te redden. Het Hoogheemraadschap was niet bereid een bodem-sanering binnen de molenmuren uit te voeren zonder het gebouw te slopen. Een mogelijkheid, die zich half mei voordeed, was nog ge-weest dat het gemaal werd overgedaan aan een door ons op te richten stichting. Deze stichting zou dan de (financiële) verant-woordelijkheid moeten overnemen voor de gevolgen van de ver-vuiling. De de tijd die ons nog restte tot 9 juni 1999 (de datum waarop concrete plannen gereed moesten zijn) was echter te kort om voldoende geldmiddelen en garanties voor de gevolgen van de grond-verontreiniging bijeen te brengen. De kans op een financiële bijdrage van de gemeente Zederik was eveneens minimaal. Omdat wij zonder grote financiële risico’s geen weg meer zagen het gemaal te behouden, hebben wij op 7 juni ons bezwaarschrift ingetrokken. In de week van 20 tot 24 september 1999 is het gemaal gesloopt.

Voor de dieselmotor hadden zich intussen verschillende liefhebbers gemeld. Die wilden wel de motor, maar niet de pomp hebben. Op het laatste moment kreeg de Monumentenstichting Baet en Borgh lucht van de sloopplannen en vroegen aan het Hoogheemraadschap of zij de gehele pompinstallatie mochten overnemen om deze elders weer op te bouwen. Baet en Borch beheert onder andere het stoomgemaal De Tuut in Appeltern en het is de bedoeling dat de Achthovense pompinstallatie op dat terrein in een gebouw weer wordt opgebouwd. De installatie kon geen betere bestemming krijgen! Wanneer het stoomgemaal De Tuut geheel is gerestaurerd, komt het pompgemaal aan de beurt. Dat kan nog een paar jaar duren, maar in elk geval is de gehele pompinstallatie van de sloop gered. Baet en Borch speelt zelfs met het idee om de pompinstallatie werkend te maken, zodat er inderdaad water kan worden verpompt. Hiervoor zou het Hoogheem-raadschap nooit toestemming hebben gegeven wanneer het gemaal in Achthoven behouden was gebleven. Daar had alleen de motor mogen draaien. De afvoerbuis en het brugje in de Boezem-kade hadden altijd moeten verdwijnen omdat het Hoogheemraad-schap een ononderbroken kade wilde hebben. Hierdoor zou water-pompen onmogelijk zijn geworden.

In de half gesloopte molenromp is men bezig het vliegwiel van de motor te lichten. De pomp is reeds weggehaald.

Al met al is veel moeite tevergeefs geweest, maar dat is bij dit soort zaken niet ongewoon. In elk geval is de motorinstallatie gered en heeft een goede bestemming gevonden. Over enkele jaren kunt u haar daar gaan bekijken.

Het is de bedoeling dat in één van de volgende afleveringen van de Lek en Huibert Kroniek nader op de geschiedenis van het gemaal van Achthoven wordt ingegaan.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *