Postnummer

Geschiedenis ‘Tante Pos’ vastgelegd
in dikke Lek en Huibert Kroniek

De brief, de ansichtkaart en de vaste telefoon, hoelang blijven ze bestaan? Zaken die tot voor kort onmisbaar leken, maken in een razend tempo plaats voor nieuwe ontwikkelingen. Internet en mobiele telefoon hebben ook in onze omgeving de wereld snel veranderd. Veel is al geschiedenis. Dat was reden voor de Vereniging Historisch Lexmond en Hei- en Boeicop (VHLHB) om een dikke kroniek te wijden aan de ontwikkeling van de Post, Telefoon en Telegraaf, beter bekend als de PTT.

Onderzoeker en geschiedschrijver Walter van Zijderveld uit Lexmond is diep in de landelijke en lokale historie van ‘Tante Pos’ gedoken en dat heeft een lezenswaardig en rijk geïllustreerd boek van 116 pagina’s opgeleverd.

Het speciale nummer van de Lek en Huibert Kroniek schenkt aandacht aan de algemene geschiedenis van de brief- en pakketpost, maar richt zich met name op Lexmond en Hei- en Boeicop. Hoewel beide dorpen naast elkaar liggen, is de geschiedenis totaal verschillend. Dat kwam niet alleen omdat Lexmond groter was en meer op handel en industrie was gericht, maar ook omdat dit dorp aan de grote doorgaande weg Amsterdam-Utrecht-Breda-Antwerpen lag. Lexmond kreeg daarom al snel een eigen postkantoortje, waar ook telegrammen konden worden verstuurd en ontvangen, en de telefoon al snel haar intrede deed. Dat is tegenwoordig gereduceerd tot een postbalie bij De Spar waar klanten alleen terecht kunnen voor zaken die met het postverkeer te maken hebben.

Hei- en Boeicop is altijd mager bedeeld geweest door de PTT. Een volwaardig postkantoor is er nooit geweest.

FEEST DER HERKENNING

Lezend met onze moderne ogen is het opvallend hoe primitief en arbeidsintensief het er vroeger aan toeging. De beschreven ontwikkelingen zullen voor ouderen een ‘feest’ der herkenning betekenen, voor jongeren een zaak om zich over te verbazen. Zoals twee keer per dag de postbode aan de deur, een openbare telefooncel, een telefoon met snoer en draaischijf, een postzegelautomaat en ga zo maar door. ,,En wie schrijft er nog een brief,’’ zo vraagt VHLHB-voorzitter Ronnie Hendriks zich hardop af. ,,Brieven en ansichtkaarten zijn een uitzondering geworden, iets heel persoonlijks. Alles draait nu om e-mail en de sociale media. Dat is niet erg, zo gaat dat nu eenmaal. Maar daarom is het wel van belang dat de verre en recente geschiedenis van de post wordt vastgelegd.’’

Die geschiedenis levert een keur aan bijzonderheden op. Zo telde Lexmond in de loop van de afgelopen twee eeuwen liefst zestien postkantoren of -agentschappen. En nog heel recent werd een nieuwe vestiging gebouwd. In 1989 ging een splinternieuw postkantoor aan de Gregoriuslaan open. Dat was slechts voor een paar jaar, want in 1992 sloten de deuren alweer. De teloorgang van de post was niet te stoppen. Bijzonder detail is, dat naast dat toenmalig postkantoor nu een servicepunt van de PostNL is gevestigd in de Sparwinkel. Ook bijzonder: de telefoongids van 1925 met de vermelding van twee nummers in Hei- en Boeicop. Th. De Gans met telefoonnummer 1 en C. de With Hzn. jr. met nummer 2.

In de kroniek is er natuurlijk ook veel aandacht voor de postbodes die er in de twee dorpen hebben rondgelopen. Ze maakten behoorlijke wandelingen en waren graag geziene gasten. Ze brachten de post, maakten een praatje, namen pakjes of cadeautjes mee voor anderen in het dorp en hielpen soms mee bij het invullen van formulieren.  Een inwoonster van Hei- en Boeicop was zo blij met die hulp, dat ze de postbode in haar testament opnam. Hij bouwde er een huis van.

Het Postnummer is het tweede boek dat de VHLHB dit jaar uitbrengt. In mei verscheen ‘Hei- en Boeicop in de Tweede Wereldoorlog’.

Bestel dit nummer voor 7 euro