Tol betalen

KRONIEK
2000-4

Joh. de Wit

De verbindingsweg tussen de dorpen Lexmond en Hei- en Boeicop wordt vanouds in de volksmond “De Heicopse sticht” genoemd. Zijn officiële naam was Heicoppersteeg, nu Heicopperweg. Deze weg maakt de indruk te zijn aangelegd nadat de verkaveling was voltooid en is mogelijk wel mede op aandringen van de Heicoppers gerealiseerd. In ieder geval werd de weg in later eeuwen onderhouden door de Heicoppers. Daar alle wegen in Hei- en Boeicop werden onderhouden door het bestuur van de polders Neder Hei- en Boeicop gezamelijk, was dit ook het geval bij de Heicoppersteeg.
Alleen als de weg buitengewoon onderhoud vergde of verzwaard moest worden, betaalde ook de polder Lexmond. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1821.

Op 16 juni kwamen de respectieve schouten en polderheemraden bijeen om een overeenkomst op schrift te stellen. In acht artikelen werden de wederzijdse verplichtingen vastgelegd. In het kort kwam het hierop neer dat de benodigde aarde vanaf Lexmond tot het heultje door Lexmond zou worden geleverd en het resterende deel van het heultje tot aan de Zederik door die van Heicop. De benodigde aarde mocht niet langs de noordzijde van de weg worden gehaald vanwege de aanwezige particuliere beplantingen. Aarde en kosten voor het op keur houden van de weg in het toekomende, waren geheel voor rekening van de Heicoppers . Afgesproken werd gezamenlijk eenmaal per jaar te controleren of de weg voldoende aan de gestelde verplichtingen voldeed.

Als die van Heicop kans zouden zien hun kosten geheel of gedeeltelijke terug te krijgen door tolheffing, had Lexmond daar geen bezwaren tegen, mits hun inwoners van betaling werden vrijgesteld.
Aan het eind van de overeenkomst staat dat die van Heicop het recht hadden in de winter de tolboom gesloten te houden. Ook aan de Lexmondse zijde zou dan een slagboom worden aangebracht, waarvan de sleutel bij het Lexmondse bestuur in bewaring zou worden gegeven. En mochten ze in Lexmond de boom openen, danmoest in elk geval aan de Lexmonders doorgang worden verleend aan de Heicopse kant.1
Ter compensatie van de onderhoudskosten mochten de Heicoppers tol heffen, maar daarvoor was wel koninklijke toestemming nodig.
Schout en heemraden van de polders Hei- en Boeicop kregen op 9 augustus 1822 de verlangde toestemming.2 Wel werd uitdrukkelijk in het koninklijk besluit vermeld dat aan de wens tot afsluiting in de winter geen gehoor kon worden gegeven en dus “geenszints is geoorloofd”.
De tarieven die bij passage van de tol mochten worden berekend, zijn eveneens in genoemd besluit vastgelegd.

De tolboom kreeg een plaats ongeveer ter hoogte van het schuurtje van de voormalige brugwachterswoning, (Zie pijl op het kaartje), waarbij moet worden opgemerkt dat de weg toen iets meer zuidelijk liep dan tegenwoordig (donker gedeelte).4


Toen na 1885 het Zederikkanaal was verbreed tot Merwedekanaal en de in het huidige kanaal gelegen bebouwing was gesloopt, moest een stukje weg worden verlegd om beter voor de brug uit te komen. Een klein stukje weg werd toen rijkseigendom. Aan Heicop werd de verplichting opgelegd dit stukje weg mede te onderhouden en Lexmond mocht de verplaatsing van de tol voor haar rekening nemen. Toen kwam de tol te liggen bij de huidige woning no. 37, dus wat verder van de brug af.  Een en ander blijkt op 3 juli 1888 te zijn gerealiseerd.5 De jaaropbrengsten van de tol waren in onze ogen zeer gering. Een paar voorbeelden: In 1918 fl 48,70, in 1921 fl 54,00, in 1925 fl 675,00 en in 1928 fl 773,40. Hieruit blijkt de toename van het verkeer. Daar tegenover stond dat de kosten van onderhoud van de weg ook te overzien waren. In 1921 bijvoorbeeld fl 169,00. Van de ontvangen gelden was een kwart bestemd voor de tolgaarder. Na 1903 staat als zodanig genoteerd L. de Jong, terwijl de laatste jaren van zijn bestaan de tol door P.H. van Duuren werd bediend.
Wel waren in 1924 de toltarieven verhoogd en aan de lijst waren toegevoegd:

Een personenauto                                fl 0,15
Een autobus                                          fl 0,20
Vrachtauto met massieve banden    fl 0,40
Vrachtauto met luchtbanden             fl 0,20
Een motorrijwiel                                  fl 0,05

Met de komst van de eerste autobusdienst in 1923, ontstonden er problemen met de tol. De polderbestuurders zagen al een goud-mijntje in het verschiet en lieten de bus voor elke passage betalen. Jammer voor de Heicoppers, maar het ging uiteindelijk niet door en de polder-gezeggers moesten aan de busondernemer Boom het ten onrechte geïnde tolgeld ter somma van fl 660,00 terug betalen.6
In 1929 gingen er bij de overheid stemmen op om de tolrechten als niet meer passend in het toenemend verkeer, af te kopen. Het rijk wilde ter compensatie van de tolgelden in totaal een bedrag storten groot fl 4.400,00, uit de opbrengsten waarvan de weg in de toekomst kon worden onderhouden. Met dit voorstel ging men akkoord, zodat de tol per 1 januari 1930 buiten gebruik kon worden gesteld.
Aan het gereserveerd houden van genoemde fl 4.400,00 hebben Gedeputeerde Staten strikt de hand gehouden. Toen in 1949 bleek dat het polderbestuur van Hei- en Boeicop deze gelden had gebruikt voor de vernieuwing van de Bosseheul, gingen Gedeputeerde Staten niet akkoord, ondanks dat op 12 oktober van het voorgaande jaar het onderhoud van de Heicoppersteeg was overgedragen aan het toenmalige waterschap De Vijfheerenlanden te Vianen.7
Als je nu af en toe de rij motorvoertuigen wachtende voor de geopende Zwaanskuikenbrug ziet, moet je er niet aan denken dat eenzelfde oponthoud ook nog eens voor de tolboom zou moeten worden doorstaan.

Noten

  1. Archief polders Hei- en Boeicop, no. 465.
  2. Oudarchief Hei- en Boeicop, gem. Zederik, no. 233.
  3. Oudarchief Hei- en Boeicop, gem. Zederik, no. 233.
  4. Rijksarchief, Den Haag. Archief Waterstaat acte no. 469. Omlegging van het oostelijk deel van de Heicoppersteeg wegens verbreding van het Zederik-kanaal in 1885. Let op de opslagplaats van Heicop t.b.v. het wegonderhoud. Om in de behoefte van grond te voorzien had Heicop zelfs een perceel grond langs de weg aangekocht.
  5. Archief polder Hei- en Boeicop no. 60.
  6. Streekblad De Leerdammer 1926.
  7. Archief polders Hei- en Boeicop, no. 62.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *