Van de Liesbosch naar Lexmond

KRONIEK
2005-2

D. Lievaart † en M. van Zessen
Inleiding

In het boek In Lexmond gebeurde niets ………… las ik dat op 18 januari 1945 veel evacués uit de Betuwe naar Lexmond kwamen. Een evacuatie-commissie bekeek waar mensen geplaatst konden worden. Die dag kwam het gezin van Dirk Lievaart in het leven van mijn ouders. Niet gestuurd door de commissie en niet uit de Betuwe. Hoe dat is gegaan, heb ik vaak horen vertellen. Lievaart maakte de reis met nog twee andere gezinnen, die elders in Lexmond werden ondergebracht. Dirk Lievaart schreef dertig jaar na dato één en ander op en dit is zijn verhaal:

16 jan. 1945, na dertig jaar, 1975

Evacuatie voor bewoners Biesbosch. Wij wonen op de polder ‘Donderzand’, sinds 1941. Wij hebben een goed bestaan en ik werk bij de gebr. Kooi en alles gaat goed. Wij zitten niet op een gemakkelijke plaats voor vervoer. Zo ongeveer 3 km van de open-bare weg, maar we zijn jong en sterk en niets is ons teveel.

Maar dan komt de spanning in ons bestaan. Onze zoon Rinus moet brood halen bij onze naaste buren, ca. 2 km bij ons vandaan, daar de bakker bij ons niet langs komt. Hij komt terug en zegt: De moffen kwamen me tegemoet en zeiden dat ik terug moest, want morgen moeten we evacueren. De Biesbosch wordt frontgebied.

Zo wordt je van huis en haard verdreven op zoek naar een rustiger oord en wat hebben we hier een heerlijke tijd gehad. Zo’n rustig en tevreden, lieflijk bestaan. Wij hadden niet gehamsterd. Alles wat we bezaten was puur gewonnen uit het landelijk bestaan.

De volgende morgen, 17 januari, moesten we om ongeveer 13.00 uur op de ‘Hauptstrasse’, de zogenaamde Bandijk, staan. Dus wij zoveel mogelijk onze schamele bezittingen bijeen gezocht en ingepakt. We waren bevoorrecht, daar wij twee goede bandenwagens ter beschikking hadden, die verstopt waren onder een stapel riet. Dus wij daar ’s nachts op uit om ze boven water te krijgen. Wat ook gelukte na veel inspanning. Wij zetten één wagen

De route die de evacués uit de Biesbosch aflegden.

bij ons en één bij de gebr. Kooi. Die werden volgeladen met het allernoodzakelijkste goed. Etenswaar, kippen, varkens, geiten, spek, groenten enz. Ik zei tegen mijn baas: Ik gooi nog eens een zak of vier tarwe op de wagen, en die zei: Dirk jôh, het wordt te zwaar. Toch doe ik het, want je weet nooit hoe lang dit zal duren.

Om 13.00 uur waren we op de Bandijk aanwezig, na een tocht over een zeer slechte en modderige weg, maar we hadden beste viervoeters. Uren stonden we in colonne voor we vertrekken konden. We kwamen om ongeveer 20.00 uur pas aan de Schans, viersprong Werken-dam, Nieuwendijk, Sleeuwijk, Almkerk. Een collega zei: Dirk, ik ga naar de Nieuwen-dijk. Ga je ook mee? Maar ik heb een wagen van de gebr. Kooi, dus waar die blijven, blijf ik ook.

De familie Lievaart in 1946  op z’n zondags.

Na veel oponthoud kwamen we tenslotte aan bij het Sleeuwijkse veer. Buurman Kooi was zo zwaar geladen, dat zijn paard af en toe opgeholpen moest worden.            Overgevaren    zijnde,    overnachtten we bij de gasfabriek.  Wij kregen daar bladerensoep, die we natuurlijk niet lustten! Wij hadden genoeg proviand. Om aan shag te komen, verkocht ik kippen en een varken aan een oud vrouwtje voor f 25,-. Zij was er zo blij mee! Zij heeft er weken van kunnen smullen.

De volgende morgen moesten we met de Duitsers naar Vlist. Wij1 hadden daar weinig mee op en zeiden dat we een lekke band hadden. Eer die gemaakt was, was de colonne met de Duitsers al vertrokken en gingen wij richting Lexmond2 en omstreeks de middag op zoek naar onderkomen voor de nacht. Wij begonnen te vragen ongeveer in Arkel, maar er was steeds geen plaats, tot we in Lexmond arriveerden. Een boer stond met zijn onderduiker aan de straat. Onze baas vroeg een nachtverblijf voor man, vrouw en twee kinderen. Met enig tegenstribbelen gelukte het om het erf van Tijmen van Zessen op te rijden. De paarden werden uitgespannen en verzorgd en de wagen binnengereden.

Toen ik met mijn gastheer binnenkwam, had mijn vrouw haar jas nog aan. Niet welkom zeker3. Maar de knoop werd doorgehakt. Die nacht zouden we blijven en morgen zagen we wel verder4. En dat morgen is vier maanden zo gebleven en we blijven na dertig jaar nog steeds dankbaar dat we als huisgenoten zijn opgenomen.

Epiloog

De twee andere gezinnen die de reis gezamenlijk hadden gemaakt, werden als volgt in Lexmond ondergebracht:
De gebroeders Kooi, (drie personen) met huishoudster, werden ondergebracht bij de familie Willem Stravers.
De familie Kooik, bestaande uit een echtpaar met drie dochters, kreeg onderdak bij de familie P. van Duuren op Lakerveld 42/44. Ze aten gezamenlijk.
Jarenlang kwamen Dirk Lievaart en zijn vrouw op of rond 18 januari naar Lexmond. Dit verslag schreef Dirk Lievaart waarschijnlijk met de bedoeling dat in 1975 aan mijn ouders te geven. Hij heeft het echter niet gedaan. Na zijn overlijden vond zijn familie het en is het alsnog in ons bezit gekomen.

Noten
  1. Familie Lievaart: echtpaar met zoon en dochter.
    Gebr. Kooi: (3 personen) met huishoudster.
    Fam. Kooik: echtpaar met 3 dochters.
  2. Kooi pachten hun boerderij van de heer Wisboom, die in Lexmond boerderijen bezat. O.a. die van wed. Jac. het Lam, maar het adres wisten ze geloof ik niet. Vandaar dat ze deze richting uit wilden.
  3. Toen mevr. Lievaart en haar 2 kinderen binnen kwamen, wist mijn moeder nog van niets. Zij werd hiermee overvallen en haar reactie was dan ook dat zij niet zoveel slaapplaatsen had.
  4. Of de families mochten blijven, moest aan de evacuatiecommissie worden gevraagd. Die stemde ermee in.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *