Goede buur beter dan een verre vriend

KRONIEK
2000-1

Joh. de With

Een goede buur is beter dan een verre vriend. Dit spreekwoord doelt op de goede verstandhouding tussen mensen, maar kan evengoed worden gebruikt om de verbondenheid tussen twee dorpen aan te geven. Zo bijvoorbeeld tussen de dorpen Lexmond en Hei- en Boeicop. Naast hun buurschap hebben deze dorpen gemeen dat ze eeuwen lang onderhorig zijn geweest aan de bestuurders van Vianen.

Ongetwijfeld heeft de oudste verbinding tussen Vianen en Hei- en Boeicop via Lexmond gelopen, daar de Zederikkaden geen openbare wegen waren en de Nieuweweg te Hei- en Boeicop eerst later is aangelegd, zoals zijn naam al aangeeft. Niet alleen de bevolking had contact met elkaar, wanneer ze bijvoorbeeld elkaars kroegen bezochten, maar ook de schouten. Zo onderhielden in 1672 de schouten Dirk Amburen (Lexmond) en Leonard Crom (Hei- en Boeicop) vriendschapsbanden. Een dikke eeuw later waren Maurits Cornelis de Waal, als heer van Lexmond, en Floris Adriaan van Hall, als heer van Heicop, zodanig met elkaar bevriend dat Floris Adriaan zijn eerst geboren zoon vernoemde naar Maurits Cornelis.

Nu is de communicatie tussen de twee dorpen bemoeilijkt geweest doordat ze gescheiden waren door een natuurlijk veenwater, dat we meestal Zederik noemen, maar in feite bestond uit drie vlieten naast elkaar. Over de breedte van die vlieten moeten we ons geen al te grote voorstelling maken1. De eerste oeververbinding zal dan ook wel hebben bestaan uit een afgeplatte boomstam met een leuning, natuurlijk alleen bedoeld voor passage te voet.

Toen de behoefte aan een wat bredere brug was ontstaan, zal het zogenaamde boompje zijn vervangen door een houten brug op drie jukken. Al in 1286 waren zulke bruggen voorgeschreven als oeververbinding over de Zederik, dit om de doorstroming van water zo min mogelijk te belemmeren2.

Weer later lagen er over de vlieten bij Zwaanskuiken drie stenen boogbruggen of heulen. Tot dan toe was de scheepvaart van zeer lokale betekenis geweest, maar in het midden van de zeventiende eeuw was men voornemens een trekschuitendienst op te richten tussen Gorkum en Vianen zodat, om de passage van deze vaartuigen mogelijk te maken, één der boogbruggen moest worden verhoogd3.

Niet duidelijk is of de nieuwe brug nu in steen of in hout is herbouwd. De kosten werden geraamd op zevenhonderd gulden. In elk geval was de brug in 1787 van hout. Toen vroeg de Heicopse schout in Vianen toestemming om de brug in elkaar te mogen slaan, om alzo muitende militairen te kunnen weren4.

Gaan we verder naar 1824. Was tot dan toe de Zederik als scheepvaartweg niet van betekenis geweest, toen waren er plannen om de Zederik te vergraven en verbreden en door te trekken tot in de Lek, zodat het dan ontstane Zederikkanaal door de vrachtvaart kan worden gebruikt teneinde vanaf de haven van Amsterdam naar de Merwede te kunnen varen.

Het zal duidelijk zijn dat toen de vaste bruggen over de Zederik niet langer konden worden gehandhaafd. Als vervanger koos de ontwerper van het nieuwe kanaal, de te Vianen wonende inspecteur-generaal van de Waterstaat Jan Blanken, voor zijn eigen uitvinding: de vlotbrug. Een vlotbrug is geen scheepjesbrug, maar een brug die op zware houten balken drijft. Mogelijk dat de keus voor deze bruggen mede is bepaald door eigen belang van de uitvinder. Ideaal zijn deze bruggen nooit geweest. Ze lagen veel te diep op het water en waren niet stabiel door hun geringe drijfvermogen, waardoor beladen landbouwverkeer moeite had de bruggen te passeren. Er werden 6 vlotbruggen geplaatst, die samen f 45.000,- hebben gekost.

Een laatste exemplaar van een vlotbrug is nog te vinden te Koedijk in het Noordhollandskanaal, eveneens een ontwerp van Blanken. Zoals gezegd, de bruggen voldeden niet en het regende dan ook klachten bij Waterstaat. Deze aanhoudende protesten waren in 1846 voor de beheerder aanleiding om voor te stellen de Meerkerksebrug en de Zwaanskuikenbrug te vervangen door een ophaalbrug, maar dan te plaatsen ergens tussen beide bruggen in5. Onnodig te zeggen dat tegen dit plan zoveel bezwaar werd ingediend dat het naar de prullenbak werd verwezen.

Maar daarmee was het probleem niet opgelost. Dat zou nog jaren duren. Eerst in 1864 was de nood zo hoog gestegen dat Waterstaat over de streep kan worden getrokken. Besloten werd alle vlotbruggen te vervangen door plaatstalen draaibruggen.

De nieuwe Zwaanskuikenbrug kon op 12 juni 1869 in gebruik worden genomen6. Hoewel deze bruggen een enorme verbetering inhielden (ze lagen op wegdekhoogte), hebben ze niet lang dienst gedaan. De reden hiervan was dat in 1883 een wet werd aangenomen om het Zederikkanaal te vergroten tot Merwedekanaal, waardoor de bruggen te klein werden. De meesten zijn verkocht voor hergebruik elders. De Bolgerijensebrug is verplaatst naar Schotdeuren bij Arkel en heeft daar tot voor een tiental jaren dienst gedaan.

 

Deze beproeving vond plaats door de brug met 100 ton ijzer te belasten en dan zijn doorbuiging te meten. Hij werd in orde bevonden en is de volgende dag officieel in gebruik genomen.

Het nu vergrote en verbrede kanaal werd op zes plaatsen overspannen door geklonken ijzeren draaibruggen. Van deze bruggen resteren nu nog twee exemplaren, te weten de Haarbrug tussen Arkel en Gorkum en de Zwaanskuikenbrug. De naoorlogse Bolgerijense brug is hierbij niet meegerekend.
De bouw van de Zwaanskuikenbrug werd op 27 mei 1885 aangenomen door de firma Van Enthoven en Co uit Den Haag, voor een bedrag van f 11.647,- en was op 1 november 1886 voltooid en beproefd7.

Dat voor deze som geld een goed product is afgeleverd, bewijst de brug nog dagelijks, hoewel haar dagen zijn geteld. Men is voornemens haar op zijn vroegst in 2001 te vervangen door een nieuw te bouwen ophaalbrug. Het is nog maar de vraag of die nieuwe brug de bewoners van Lexmond en Hei- en Boeicop ook zo lang van dienst zal kunnen zijn als de verbinding tussen de beide dorpen. De huidige brug doet namelijk al bijna 113 jaar dienst.

Wellicht komt de vraag op waar de naam Zwaanskuiken vandaan komt. Eeuwenlang heeft op de Zederikkade nabij de brug aan de Hei- en Boeicopse kant, richting Meerkerk, een café gestaan dat die naam voerde op zijn uithangbord. Na het verlaten van deze drankgelegen-heid in de vorige eeuw, is deze naam overgegaan op de buurt en nog later op de brug. De naamborden op de brug zijn eerst in 1929 aangebracht

Situatie bij het cafe Het Zwaanskuiken omstreeks 1840.

Toen café Het Zwaanskuiken was opgeheven, werd aan de Kanaaldijk, richting Vianen, een nieuwe herberg gesticht, die de naam Het Zwaantje kreeg toebedeeld. Maar ook deze pleisterplaats is alweer vele tientallen jaren verleden tijd, zodat de dorstige reiziger zijn troost nu verderop moet zoeken.

De Zwaanskuikenbrug gezien vanuit het zuiden. Rechts nog net zichtbaar het oude cafe “Het Zwaanskuiken”, daarnaast de voormalige boerderij van De Lange, nu vijf woonhuizen.

Noten

  1. Archief Hoogheemraadschap De Vijfheerenlanden, no. 3, te Gorinchem
  2. Teixeira de Mattos, Waterschappen en Waterkeringen etc., deel IVIII, Onderafd. IV, Vijfheerenlanden, blz. 217
  3. Archief Hoogheemraadschap De Vijfheerenlanden, no. 3, te Gorinchem
  4. Gemeentearchief Zederik, Oud-archief Hei- en Boeicop, no. 766
  5. GAZ, OA Hei- en Boeicop, no. 137, 13 november 1868
  6. Streekblad De Vijfheerenlanden, Vianen, 1868
  7. Streekblad De Vijfheerenlanden, Vianen, 1885

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *