Geschiedenis van Lakerveld (25)

KRONIEK
2006-3

VAN PAARD TOT TRACTOR EN NOG VEEL MEER PAARDEN

Peter de Pater
Voorwoord

Ik weet dat ik met een verhaal over de ontwikkelingen in de landbouw talloze platgetreden paden aan het bewandelen ben. Hoeveel boeken zijn er niet geschreven over dit onderwerp? Hoeveel lezingen worden er gegeven over dit onderwerp? Hoeveel organisaties zijn er niet actief op dit gebied? Toch wil ik proberen er een Lakerveldse, en een persoonlijke draai aan te geven.

Inleiding

Wie zich tegenwoordig in onze buurtschappen Achthoven, Kortenhoeven en Lakerveld begeeft, kan tot de ontdekking komen dat er veel paarden rondlopen. Deze paarden hebben geen functie meer in de landbouw, of het vervoer. Maar zijn slechts aanwezig als hobby-paarden; voor de dressuur, het springen, het rijden met een koets en als speelgoed voor de kinderen. En bovendien als geldbron voor het weiden van deze dieren, voor al die eigenaren, die niet over grond of stalruimte beschikken. De Lexmonder Bas Rietveld heeft met dit laatste in 2003 het televisieprogramma ‘De Rijdende Rechter’ van de NCRV gehaald. Een Lakerveldse boer haalde er in het recente verleden ‘de zittende rechter’ mee, maar dit kwam omdat hij met de aan hem toevertrouwde paarden iets minder zorgvuldig omging dan Bas Rietveld. Sterker nog: hij dacht een overleden paard in onderdelen spoorloos te laten verdwijnen. Nieuwsgierig? Het betrof de Lakervelder W.v.D. (Heeft geen familie in onze regio overigens.) Onze laatste gemeenteagent, de heer Ippel zou deze gebeurtenis nooit meer vergeten, mijn vader trouwens ook niet. Hun optreden in deze zaak was even laconiek, als knap. Mijn vader heeft ooit veel voorwerpen achter zijn trekker gehangen; maar het achterbeen van een paard moet toch een bijzondere zijn geweest.

Geschiedenis

Hierbij een foto uit het Lakerveld van 2006. Dit soort koppels was vroeger ondenkbaar.

Op 19 december 1828 maakte de burgemeester der gemeente Lexmond, Achthoven en Lakerveld, de heer E. J. Mecima een inventarisatie van de in de gemeente beschikbare paarden, en boerenwagens. Hij stelde deze lijst niet samen, omdat hij zo gehecht was aan deze dieren, maar in opdracht van het Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I wilde graag weten over welke paarden hij in het geval van oorlog kon beschikken. Paardenvordering, zoals door de Duitsers in hun kansloze situatie in de Tweede Wereldoorlog plaatsvond, is van alle eeuwen. De heer E. J. Mecima kwam tot de volgende opsomming:

Namen Lakerveld Paarden Boerenwagens
Cornelis Gerritse Donk 1 1
Willem Uit den Bogaart 1 1
Klaas van Sessen 1 1
Peeter van Sessen 2 1
De weduwe Mees de Jong 2 1
Cornelis Heikoop 1 1
Gerrit den Hertog 2 1
Willem Tukker 1 1
De weduwe Herme de Jong 1 1
Chris de Jong 1 1
Nijs van Toor 3 2
Arie Boovenkerk 2 1
Jan Buijsert 2 2
Andries Buijsert 1 1
Arie Verhoef 2 1
Klaas den Nieuwenboer 2 1
Hendrik Bassa 2 1
Roelof Vermeulen 2 1
Hendrik Bassa de Jonge 2 1
Gerrit Westerhoud 2 1
Pieter Middelkoop 2 2
De weduwe Jasper Boogert 2 1
Namen Lexmond en Achthoven Paarden Boerenwagens
Jan den Burger 1 1
Aart van Bentem 3 1
Cornelis van der Stam 1
Hendrik van Dijk 1 1
Dirk van Nek 4 1
Bart Lemmen 3 1
Jan Koop Klijn 3 2
De gebroeders de Vaal 1
Jan Andries S?ina 2 1
Aart Boef 4 1
Jan Verhoef 3 2
De heer Justius Lammere 1
Jan Koop van Kanterik?? 1 1
Jan Lekkerkerk 3 1
Arie de Groot 3 1
Aart Straaves Klaas Zoon 4 2
Corstiaan Vermeulen 6 2
Roelof Benschup 4 1
De weduwe Arie den Hertog 6 2
Jan Veen 4 2
Willem Kersbergen 5 2
Flooris Bikker 6 2
De gebroeders Veen 4 1
Teunis van Dieren 6 2
De gebroeders de Jong 4 2
De weduwe Teunis van Dieren 6 3
Willem Wansleven 4 2
De weduwe Jackoop de Wild 1 1
Joh. van Iepenburg 1 1
Willem Toom 2 1
Jan de Hoop 3 2
Aart van Veen 5 2
Paulus Versluijs 4 1
Cornelis Goes 4 1
Jan de Ruijter 4 1
Mertijs? Demper 2 1
De weduwe Cornelis van Dooren 1
Lammert Versteeg 3 2
Hendrik Jutfaas 3 1
De gebroeders Klijn 4 2
Dirk de Ridder 1 1
De heer van den Poel 4 1
Totaal: 173 84

Deze lijst bevat veel interessante informatie. Ik kom weer een aantal Lakerveldse namen tegen, waarover ik eerder geschreven heb: o.a. Nijs van Toor, Arie Boovenkerk, Gerrit Westerhoud. De mensen die over veel paarden beschikten waren de Lexmondse voerlieden, d.w.z. de transportbedrijven in 1828; herkenbaar zijn de namen Boef en De Ruijter. En tevens de Kortenhoevense akkerbouwers die nogal wat paarden nodig hadden: de Bikkers en Van Dierens bijvoorbeeld. Buiten het oogstseizoen werden deze dieren wel verhuurd aan landbouwers, die niet over paarden beschikten, omdat ze deze dieren niet konden betalen. Het aantal paarden in een gemeente was een goede graadmeter voor de economische situatie van de boeren. Dat het de boeren goed ging rond 1850 heb ik al eerder vermeld. Dit blijkt ook uit het aantal paarden in 1853. In dat jaar bezat Lexmond 302 paarden. In 1880 zette zich een landbouwcrisis in. Anno 1886 was het aantal Lexmondse paarden gedaald tot 242. In 1930 beschikte Lexmond nog over 157 paarden. (Dit laatste getal had niet alleen economische, maar ook technische achtergronden: de vrachtwagen had haar intrede gedaan.) (Verder is deze lijst slechts bedoeld om een uitnodiging te doen aan onze lezerskring om verdere gegevens.)

Dat paarden opgenomen zijn in de Lexmondse kerkgeschiedenis, lijkt opmerkelijk, maar is triest. Op 1 januari 1741 schreef de Lexmondse predikant Joachim Frederik Warmvliet het volgende:

Alzoo door den doorbraak van eenige dijken het land onder water staat waarom menschen met hun vee hebben moeten vluchten en alzoo de kerk met paarden en beesten stond opgepropt, waardoor vele graven zijn ingestort. Ja, de kerk gans onteert zoo dat men publieke godsdienst daarin niet heeft kunnen plegen, zoo zijn in het bijzijn van ouderlingen in dit predikantenhuis 15 januari gedoopt Maria Elizabeth, kind van Willem Ramoth en Anna Christina Everts, getuige Willem Ramoth.

Afbeelding uit 2003 van de voormalige pastorie. Door de grote bomen die er vroeger voor de pastorie stonden is er geen goede foto van de pastorie bekend.

Het feit dat de Lexmondse kerk gebruikt werd om vee te stallen is toch wel merkwaardig. Waren de eigenaren van dit vee nu onze ‘vroome voorvaderen’? Jawel, de Lexmondse kerkenraad bestond in 1741 voornamelijk uit grote boeren. Blijkbaar vonden ze de de Mammon (het geld), belangrijker dan God. Hun polderbanken en Bijbels hadden ze ongetwijfeld in veiligheid gebracht. Nu was Lexmond niet de enige gemeente waarin dit plaatsvond; in Hoornaar was het niet anders.

Wat dat betreft zou de integere Lakerveldse familie, de gezusters en gebroeders Boogaard 200 jaar later een beter voorbeeld geven. (Voor alle duidelijkheid, ik bedoel hiermee Janna, Wimpie, Antje, Dries, Paul, en Arie Boogaard.) Ze weigerden, na enige theologische druk van een paar orthodoxe protestanten, die overigens zelf geen vee hadden, om principiële redenen hun koeien in te laten enten tegen T.B.C.. En ze ruimden hun vee op. Daarna zouden ze het wel zien. Ze verhuurden hun land, hielden een aantal paarden, en konden als geen ander met deze dieren omgaan. Toen eens een paard in Lakerveld-Oost, dat uitbesteed was aan de eerder vermelde paardensloper door sloten heen haar weg probeerde te vinden, was er een probleem voor de Lakerveldse boeren. De oplossing werd gevonden, ga naar de Boogaardjes, die zullen het wel weten. Ik weet niet meer of het Dries, Paul of Arie geweest is, maar hij liep naar het beest toe, en deed het moeiteloos een halster om. En bracht het paard terug. Ik heb het zelf met eigen ogen gezien. Zelfs schrijvers van 50 jaar oud beginnen oude herinneringen te krijgen. Even een uitweiding; eind jaren ’60 werden veel Lakervelders ziek van de zg. Hong-Kong griep. De Boogaardjes bleken immuun voor deze ziekte. En ze kregen het druk met het melken van de koeien van de zieke boeren. Op een zondagmorgen ging mijn moeder naar hen toe, om te vragen of ze konden melken. Natuurlijk kwamen ze. Ik zou graag een foto van deze zes publiceren; maar die bestaat niet. Met zijn allen op de foto? Zoiets deden de Boogaardjes niet. Daarom hierbij een afbeelding van hun boerderij. (Voor de leden van onze vereniging, die mijn vertellingen volgen, dit waren dus de ‘perenstukjes’; zoals vermeld in mijn verhaal ‘De Boerenboomgaard’.)

Lakerveld 137, Fam. Boogaard

Menige Lakerveldse boerderij had een ruimte voor een paard. Ook op mijn woonadres bevond zich zo’n ruimte: wij noemen dit nog steeds de ‘perstel’ (paardenstal). In alle boeken die ooit over boerderijen geschreven zijn, komt deze ruimte regelmatig terug. Nadat het paard op mijn adres verdwenen was, bleek onze ‘perstel’ buitengewoon geschikt voor het slachten van een pinkstiertje door de Kanaaldijkse slager Jan Boom. Ik heb dit tot 1976 meegemaakt. Die huisslachtingen zijn inmiddels verboden, en daarmee ging weer een stuk geschiedenis naar de knoppen. Onze ‘perstel’ en ‘slagerij’ is inmiddels gevuld met het vismateriaal van mijn neefjes. Ook hier ligt weer een prachtig stuk Lakerveldse geschiedenis blanco: ‘de huisslachting’.

De tractor

In de jaren ’50 van de vorige eeuw deed de trekker in Lakerveld haar intrede. De eerste boerentrekker in Lakerveld was de Fahr van Willem de Leeuw. Hij woonde op de inmiddels afgegraven ‘hocht’. De tweede trekker in Lakerveld was de Farmall Cuub van Gijs van Lomwel. Voor sommige boeren was die trekker een vooruitgang, één van hen wil ik met name noemen; dit betreft Piet Bor; door een ongeluk met een paard liep hij een handicap op. Hij kocht in 1957 een trekker en kon daar, door zijn technische interesse, als geen ander mee omgaan. Voor een paar andere boeren was die trekker een ramp. Een Lakerveldse boer riep: ‘Ho stop’ tegen zijn trekker, maar de machine reed gewoon een dwarssloot in.

Een andere boer beschikte over een zeer gewillig paard: het was normaal voor dit beest, dat zijn eigenaar het hek opende. Daarna wandelde het paard door het geopende hek. Toen deze boer overstapte op een trekker, dacht hij dat deze machine in versnelling 1 (lage giering) wel hetzelfde zou doen. Het was niet zo.

Nu had die introductie van de trekker toch iets merkwaardigs in zich. De boeren, die over een rijbewijs voor de auto beschikten, konden over het algemeen goed omgaan met de koppeling, de remmen, de versnellingen en het gaspedaal. Boeren die geen rijbewijs hadden werden even wegwijs gemaakt door de dealers, en daarna rijden maar. Verkocht is verkocht; en zo’n dwarssloot, och. Doordat onze regio in de jaren tot ca. 1970 een vooral agrarisch gebied was, waren een aantal ondernemers actief op de mechaniseringsmarkt. Bekende dealers van trekkers waren:

Naam Plaats Merken
Hamoen Ameide Farmall, Cormick, Case
De Ruiter Meerkerk Kramer
De Reuver Hoog-Blokland Eicher
Schouten Noordeloos Deutz
Harrewijn Giessenburg Ferguson, Massey Ferguson
Zijderveld Nieuwland Güldner
Van Beusekom IJsselstein Porsche, Renault
‘De Samenwerking’ Giessenburg Same

De introductie van de trekker in Lakerveld levert een aardige lijst op:

Eigenaar Trekker Vermogen
C.J.P. Boogers Porsche jr 16 pk
Güldner sp. 16 pk
T. van der Heiden Ferguson 28 pk
G. van Bezooijen Güldner sp. 16 pk
H.C. van Genderen Deutz 512 20 pk
T. Boote Eicher
T.H. de Pater Güldner sp. 16 pk
G. de Jong Porsche 30 pk
A. Burggraaf Farmall D217 16 pk
D. Oskam Deutz 11 pk
B. van Bezooijen Porsche jr 16 pk
B. Stek Normag 14 pk
H. Troost Same
G. van Bezooijen Güldner sp. 16 pk
T. Oskam Deutz D15 15 pk
C. van Zessen Güldner Toledo 18 pk
Hanomag R16
C. Bassa sr. Ferguson 28 pk
P. van Iperen Farmall D217 16 pk
F. Kortlever Farmall D22 17 pk
P. Bor Porsche jr 16 pk
J. de Jong Ferguson 28 pk
J. Kon Ferguson 28 pk
G. van Lomwel Farmall Cuub 12 pk
W. de Hoop Ford SD 17 pk
M. van Dijk Cormick 423 42 pk
P. Schep Deutz D20 20 pk
C. van Vuuren Ferguson 28 pk
P. Bassa Cormick
D. de Vor Ferguson 130 30 pk
B. van Bezooijen Güldner sp. 16 pk
C. de Jong Ferguson 28 pk
W. de Leeuw Fahr 15 pk
F. van Buuren Porsche
A. van Dieren John Deere 30 pk
N. Rietveld Ursus 35 pk
A. Boogaard Cormick 633

Na deze opsomming wordt het tijd voor een aantal illustraties. Ik zou natuurlijk het internet kunnen raadplegen over alle trekkers, maar ik wil Lakervelds materiaal gebruiken. Hierbij drie illustraties, elk met hun eigen verhaal.

  1. Op 19 februari 1959 kochten de gebroeders Gerrit en Bas van Bezooijen een Güldner Spessart 16 pk bij de firma van de Vecht en Zijderveld te Nieuwland. Met de firmant van de Vecht wordt de Meerkerkse smid Roel van der Vegt

Een taalfoutje is snel gemaakt. Roel zou niet lang deel uitmaken van deze firma. Later ging de firma over naar Wim Zijderveld. Maar dit Overname-Bewijs, bestemd voor de dealer, is een mooi stuk Lakerveldse geschiedenis, want deze trekker is nog steeds in bedrijf.

  1. Op 14 april 1959 kreeg ik als jochie van ruim twee jaar oud nieuwe buren: Teunis Boote, en zijn vrouw Christien Slagboom. Vanuit Hoog-Blokland bracht ‘Tun’ zijn door de firma ‘De Reuver’ geleverde Eicher mee. Zo’n trekker bleek toch iets moois. En zo moest de hele familie op de foto. Links op de foto Teunis Boote1. Voor ‘Tun’ ben ik tot zijn overlijden in 1996 altijd ‘Peetje’ geweest.

  1. Adres Lakerveld 167; hier valt veel over te vertellen, laat ik het kort houden. Hier woonde ooit een kruidenier, waarvan diens kinderen zich in de suikerbak verstopten. Later werd dit adres de woonplaats van Jan van Dieren, waarover verder meer in dit verhaal.
    Thans woont daar Piet Scherpenzeel. Een groot trekkerkenner. En bovendien was alle jeugd, die interesse had in trekkers, altijd welkom bij hem. Ik denk dat hij bij een aantal jongeren de interesse voor de trekker heeft opgewekt. Hierbij twee van hen spelend met een Farmall Cuub.De meest beroemde trekkers die ooit door Lakerveld reden, waren ongetwijfeld de door Jan van Dieren bestuurde Cormick WD.9 en zijn Allis Chalmers WD. 45.
    Hij was loonwerker, en ook actief in de akkerbouw. Hij beschikte al in de jaren ’50 van de vorige eeuw over een voor onze regio revolutionair apparaat: de combine. Tevens introduceerde hij in Lakerveld met zijn New Holland pers ‘het pakje hooi’. Jan van Dieren behoort volgens mij bij de legendarische Lakervelders na 1900. Hij hoort thuis in de lijst van o.a.: molenaar Jan van Wijk, diens oom Sjaan van Houwelingen; alias ‘Den Domphoorn’, de Aaigies, Janna Westerhout van het ‘Blommenhuisje’, de geschiedeniskenner Gerard Lakerveld, de Lakerveldse humorist Adriaan van Vliet, Kobus Schrijver en vrouw Zwart van café Halfweg; de laatste haalde met de bal gehakt ook een T.V. programma. De criminelen Hendrik van Bezooijen, Teunis de Jong, en een paar van Teunis zijn Lakerveldse ‘klanten’ laat ik buiten de categorie ‘legendarisch’2. We gaan terug naar de Lakerveldse landbouw. Pakjes hooi laden bleek voor menige Lakervelder, toch iets anders dan ‘hoeklokken draaien’ van los hooi op de wagen. En zo tuimelden een paar Lakervelders van een hooiwagen, nadat zij alle pakjes in hetzelfde verband hadden gestapeld. Één van hen was de molenaar Jan van Wijk. Voor hem was hooi laden misschien zoiets als: een boer bij zijn leest, en een schoenmaker bij zijn beest.

    De Cormick W.D. 9    (Met hoed Jan van Dieren)
De Allis Chalmers W.D. 45

In de loop der jaren moesten de Lakerveldse boeren meegaan in de ontwikkelende mechanisatie. Steeds snellere werktuigen, en de daarbij behorende trekkers verschenen in het Lakerveldse landschap. Een goed beeld daarvan schetst misschien onderstaande foto uit 1985. Van rechts naar links: de Güldner Spessart uit 1961, de Cormick 383 uit 1977, en de International 585 uit 1985.

Sommige trekkers die in mei 2006 door Lakerveld rijden, zijn van een nog iets ander niveau. Het zijn de pk-geweldenaars van de loon-werkers die voor een deel de boerenarbeid hebben overgenomen. Deze trekkers hebben een vermogen van ver boven de 100 pk. Ze zouden dus moeiteloos zes van die Güldner Spessartjes wegslepen. Ideetje voor een onderdeel van Trekker Trek? Ondertussen aan-schouwen steeds meer paarden dit mechanische geweld. Ik denk niet dat een paard over geschiedeniskennis beschikt. Mocht dit wel het geval zijn, dan kan zo’n dier misschien denken: mijn oma stond ooit aan zo’n wagen met 80 pakken hooi te sleuren. Mij gaat het iets beter. Alhoewel, erg zeker ben ik daar soms ook niet van.

Tenslotte: als ik goed geteld heb, was dit mijn vijfentwintigste verhaal in de ‘Lek en Huibert Kroniek’. Aan één van mijn belangrijkste bronnen heb ik ooit verteld dat hij mijn verhalen maar als polder journalistiek moest beschouwen. Hij was het daarmee niet helemaal eens. Daarom toch maar even een wetenschappelijk einde na deze vijfentwintig: SCRIPSI QUOD SCRIPSI.

P.S. Hierboven een bekende Lexmonder op de trekker. Boer blijf je beest, en bakker blijf bij je brood, zou je kunnen zeggen. Maar trekker- liefhebbers zitten in alle lagen van onze bevolking. Paardenhouders met hun liefde voor hun dieren trouwens ook. Al die tochten van oude trekkers en de Vijfheerenlandentocht met paarden door onze regio bevestigen dit. Deze evenementen moeten absoluut in stand gehouden worden. (Een demonstratie van historisch erfgoed.)

Noten
  1. Teunis Boote was de allesziende drijver, en ‘najager’ zoals vermeld in mijn artikel: ‘Ze zijn aan het knallen’ deel II in de ‘Lek en Huibert Kroniek’ van mei 2003.
  2. Zie mijn artikel ‘Criminaliteit’ in de ‘Lek en Huibert Kroniek’ van februari 2004.
Bronnen
  1. Archief Jac. de Jong
  2. Piet Scherpenzeel.
  3. Diverse Lakervelders.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *