Uit oude couranten van 1930 (4)

KRONIEK
2000-4

UIT DE LEERDAMSE COURANT VAN 70 JAAR GELEDEN

J.P. de Leeuw 
Hei- en Boeicop
Bericht van 6-12-1930

Jagers. Een tweetal dagen, namelijk vorige week vrijdag en zaterdag, werden onze polders door een drietal schutters afgejaagd, waarbij een mooie buit werd behaald. Het resultaat was 31 hazen, 56 fazanten, 2 pa-trijzen en 9 eenden. Naar men verneent is thans nog veel wild op de polders aanwezig.

Bericht van 10-12-1930

Gevaarlijke honden! Velen van die onze gemeente bezoeken is be-kend hoe groot het aantal viervoeters in onze gemeente wel is die zich zowel bij huis als op de weg vertonen. En dat daar ook gevaarlijke elementen onder schuilen bleek weer eens in de afgelopen week. Ten eerste ondervond dat onze inwoner, de arbeider S., die bij een bezoek aan zulk een dierenvriend  zijn jas zag stuk gebeten. Daarna werd de 10-jarige V., toen hij op zijn rijwiel passeerde flink in zijn zitvlak gebeten en ten laatste werd ook de cape van de gemeenteveld-wachter flink stuk gebeten.
Wanneer eens een flinke belasting werd gesteld op loslopende honden kan men veilig aannemen dat het aantal sterk zou afnemen, zeer ten gerieve van vele inwoners en zij die onze gemeente bezoeken.

Lexmond

Bericht van 15-10-1930

Nieuw schoollokaal. Vrijdag j.l. had de officieele ingebruikneming plaats van het nieuwe lokaal van de School met den Bijbel. Aanvangende om 10.00 uur werd door den Voorzitter, den heer H.F. den Hartogh, die een toespraak hield waarvan de grondgedachte was: “De Heere heeft ons ruimte gemaakt”. Welkom werden geheeten zij, die op de uitnoodiging deze vergadering bijwoonden, als Burgemeester en Wethouders, het Schoolbestuur, de beide uitgenoodigde predikanten, Ds. J. Dekker, Geref. Pred. (en Ds. A. Oskam, Hervormde Pred. red.), terwijl de aannemer, de heer Van der Grijn bericht van verhindering had gezonden. Het schoolhoofd, dat hierna het woord verkreeg, werkte de door den Voorz. naar voren gebrachte gedachte nog nader uit en sprak een woord van dank uit voor de medewerking van B. en W. en den Raad. Een woord van waardeering voor den Architect en de aannemers, die tezamen voor zulk een mooie school hebben gezorgd, de een door ‘t ontwerp, de ander door de goede uitvoering. Ook tot Ds. Dekker werd een woord van waardering voor zijn medeleven met de School m.d. Bijbel hier ter plaatse gericht. Na dezen speech door den Voorz., werd nog gesproken door den EdelAchtb. Heer Burgemeester en door den Weleerw. Heer Ds. Dekker, die beiden Bestuur en Hoofd geluk wenschten met de nieuwe school. Ter afwisseling werden door de kinderen meerstemmige liederen gezongen.

Bericht van 22-10-1930

Het gestolen paard. Vrijdagmorgen j.l. ging den landbouwer C. van Kekum alhier naar den achter zijns vaders woning liggende boomgaard, om aldaar den ouden bruine te halen. Hoe en waar v. K. echter ook keek, bruintje was nergens te zien. Een poosje later kwam ook zijn vader, om mede den toestand op te nemen, doch noch op het land, noch in de sloot was het paard te vinden. “Vast gestolen” zegt de eigenaar en gaat naar rijksveldwachter Beckerman, om aangifte te doen. Met het oog op de paardenmarkt te Gouda dacht v. K. stellig, dat de gestolen bruine daar wel heen vervoerd en op den markt gebracht zou worden. Dus naar Gouda getelefoneerd, om daar toe te zien, of het bewuste paard ook aangevoerd zou worden. Onderwijl gingen v. K. en genoemde rijksveldwachter met de auto van Stok naar Gouda, opdat daar eventuele verdachte paarden door v. K. zouden worden opgenomen, of er ook zijn bruine uit kon worden herkend. In Gouda aangekomen zijnde, vertelde een collega van v. K., dat er een paard was verkocht voor ± fl. 100,00 beneden marktwaarde. Het dier was naar een stal vervoerd, dus zou men daarheen gaan om te gaan kijken of het soms de vermiste bruine was. Gezien de omstandigheden, zou men zoo zeggen: Dat kon die wel eens zóó wezen. Eer het echter op een onderzoek aankwam, werd er vanuit Lexmond getelefoneerd, dat het paard terecht was. Wat was gebeurd? De heer Joh. van Kekum was kort nadat zijn zoon naar het dorp was gegaan om aangifte te doen, weer naar bedoelde kamp gegaan en had bij deze reis een polstok medegenomen, om de omgeving te kunnen bereiken. Nadat hij een paar omliggende kampen had afgezocht, kwam hij aan de wetering, alwaar bruintje rustig in het water zat. Het dier schijnt in de wetering te zijn geraakt en vederop te zijn gezwommen of geloopen. Direct werd “Gouda” gewaarschuwd en met behulp van buren den ouden bruine op het droge gebracht. De vermakelijke geschiedenis was hiermede aan het slot.

Bericht van 13-12-1930

Zoo’n zware zak! Dinsdag ging onze dorpsgenoot P. K. bij den heer Spek een zak afval van de klompenmakerij halen. Meermalen had K. al eens een zak van dit materiaal gehaald, doch noch nimmer waren S’s knecht en diens oudste zoon zoo gedienstig geweest om de zak op de fiets te zetten en ook nimmer was dit goedje zoo zwaar geweest. Nauwelijks was onze vriend een eindje met zijn fiets weggeloopen, of daar duikelde deze met het gevolg, dat de zware zak er afviel. Nadat deze er weer met veel moeite was opgezet werd de reis weer vervolgt doch eer dat K. bij de dorpspomp was, was de zak er nog drie maal afgevallen of met fiets en al tegen de grond terecht gekomen. Toen gaf onze vriend het maar op. Een zeker dier stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen en moet hij het dan viermaal doen! K. besloot de zak maar over te storten en slechts de helft mee te nemen. En onder groote belangstelling die van alle kanten inmiddels kwam opdagen, zoowel op straat als in de deuren, of ook door boven- en beneden-ramen, bleek bij het openen van de zak  een zware keisteen van ± 80 pond te voorschijn te komen. Geen wonder dat die zak zwaar was! Straks ging K. met de gevulde zak (doch thans zonder kei) z’n reis vervolgen om zijn kippen een aangename krabpartij te bezorgen. En het ging nu vanzelf zonder hindernissen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *